Hoe afdrukken
Papier gebruiken
Instellingen van de printerdriver voor Windows
Instellingen van de printerdriver voor Mac OS 9
Instellingen van de printerdriver voor Mac OS X
In dit gedeelte wordt uitgelegd welke procedures er zijn voor het afdrukken vanuit de printerdriver.
![]() | Opmerking: |
![]() |
|
Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie over het laden van papier.
Papier plaatsen |
![]() | Open het bestand dat u wilt afdrukken. |
![]() | Open de printerdriver. |
De printersoftware voor Windows openen |
![]() | Klik op het tabblad Hoofdgroep en selecteer Randen of Randloos als afdruklay-out. |
![]() |
Geef de gewenste afdrukinstellingen op. Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie over de afdrukinstellingen.![]() |
![]() | Selecteer Staand (verticaal) of Liggend (horizontaal) om de afdrukrichting te wijzigen. |
![]() | Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten. |
![]() | Druk uw gegevens af. Wanneer u alle bovenstaande stappen hebt voltooid, kunt u beginnen met afdrukken. Maak eerst één proefafdruk en controleer het resultaat, voordat u grote hoeveelheden afdrukt. |
![]() | Verwijder elk afgedrukt vel meteen uit de uitvoerlade. |
![]() | Open het bestand dat u wilt afdrukken. |
![]() | Open het dialoogvenster voor de pagina-instelling. |
De printersoftware voor Mac OS 9 openen |
![]() | Selecteer Randen of Randloos als afdruklay-out. |
![]() | Selecteer Staand (verticaal) of Liggend (horizontaal) om de afdrukrichting te wijzigen. |
![]() | Klik op OK om de instellingen op te slaan en het dialoogvenster te sluiten. |
![]() | Open het afdrukvenster. |
De printersoftware voor Mac OS 9 openen |
![]() |
Geef de gewenste afdrukinstellingen op. Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie over de afdrukinstellingen.![]() |
![]() | Klik op Afdrukken om te beginnen met afdrukken. |
![]() | ![]() | Opmerking: |
![]() | ![]() |
|
![]() | Verwijder elk afgedrukt vel meteen uit de uitvoerlade. |
![]() | Open het bestand dat u wilt afdrukken. |
![]() | Open het dialoogvenster voor de pagina-instelling. |
De printersoftware voor Mac OS X openen |
![]() | Selecteer PictureMate bij Stel in voor. Selecteer PictureMate (Randen) wanneer u wilt afdrukken met standaardmarges. |
![]() | ![]() | Opmerking: |
![]() | ![]() |
|
![]() | Geef de gewenste instellingen op bij Papierformaat en Richting. |
![]() | Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten. |
![]() | Open het afdrukvenster. |
De printersoftware voor Mac OS X openen |
![]() | Selecteer PictureMate of PictureMate (Randen) bij Stel in voor, zodat deze optie overeenkomt met de instelling die u (in stap 3) hebt gekozen in het dialoogvenster voor de pagina-instelling. Geef vervolgens de gewenste instellingen op bij Aantal en pagina's. |
![]() | ![]() | Opmerking: |
![]() | ![]() |
|
![]() | ![]() |
|
![]() | Selecteer Printerinstellingen in het venstermenu. |
![]() |
Geef de gewenste instellingen op bij Kwaliteit en Kleuroptie.![]() |
![]() | Klik op Afdrukken om te beginnen met afdrukken. |
![]() | ![]() | Opmerking: |
![]() | ![]() |
|
![]() | Verwijder elk afgedrukt vel meteen uit de uitvoerlade. |
![]() Vorige |