Basisprocedure voor het scannen
Step 1. De scanner aanzetten
Step 2. Materiaal op de glasplaat plaatsen
Step 3. De software starten en een afbeelding scannen
EPSON Scan heeft drie modi voor het scannen van afbeeldingen: volautomatische modus, thuismodus en professionele modus. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een afbeelding scant in de volautomatische modus. Met de volautomatische modus kunt u afbeeldingen scannen met instellingen die automatisch voor u worden vastgelegd. Zie De juiste scanmodus kiezen voor meer informatie.
![]() | Opmerking: |
![]() |
|
![]() | Opmerking voor gebruikers van Mac OS X: |
![]() |
|
![]() | Let op: |
![]() |
|
![]() | Voordat u de scanner aanzet, moet u ervoor zorgen dat de twee transportvergrendelingen in de onvergrendelde stand staan en dat de scanner is aangesloten op de computer. Zorg er ook voor dat de kabel van het deksel is aangesloten. |
![]() |
Zorg ervoor dat het deksel dicht is en druk vervolgens op de aan-uitknop ![]() |
U kunt twee soorten materiaal scannen: reflecterende documenten (zoals foto's of papier) of transparante materialen (zoals film). Volg de onderstaande koppelingen voor het plaatsen van het juiste materiaal op de glasplaat.
Film op de scanner plaatsen |
Foto's en documenten op de scanner plaatsen |
![]() | Start EPSON Scan. |
Voor gebruikers van Windows:
- Dubbelklik op het pictogram EPSON Scan op het bureaublad.
- Klik op Start, wijs naar Alle programma's (All Programs) (Windows XP) of Programma's (Programs) (Windows Me, 98 Tweede Editie of 2000) gevolgd door EPSON Scan, en selecteer EPSON Scan.
Voor gebruikers van Mac OS X:
Klik op het pictogram EPSON Scan in de map Programma's (Applications).
Het volgende dialoogvenster verschijnt.
![]() | ![]() | Opmerking: |
![]() | ![]() |
|
![]() | ![]() |
|
![]() | Klik op Scannen. Het dialoogvenster Instellingen voor Bewaar bestand verschijnt. |
![]() | ![]() | Opmerking: |
![]() | ![]() |
|
![]() | ![]() |
|
![]() | Geef de locatie op waar de gescande afbeeldingen worden opgeslagen. Als u de standaardlocatie wilt wijzigen, klikt u op Bladeren (Browse) (Windows) of Kies (Choose) (Mac OS X), waarna u de gewenste map selecteert. |
![]() | Geef een bestandsnaam op, bestaande uit een alfanumerieke tekenreeks (Prefix) en een nummer van drie cijfers (Startnummer). |
Als u de bestandsnaam wilt wijzigen, typt u een alfanumerieke tekenreeks bij Prefix en selecteert u het gewenste startnummer. De bestandsnaam wordt gegenereerd op basis van het voorvoegsel en nummer dat u hier opgeeft.
![]() | ![]() | Opmerking: |
![]() | ![]() |
|
![]() | ![]() |
|
![]() | ![]() |
|
![]() | Selecteer de gewenste bestandsindeling uit de volgende tabel. Welke opties beschikbaar zijn, hangt af van de instellingen die u in het dialoogvenster Aanpassen hebt gekozen. |
Bestandstype (extensie) |
Uitleg |
BITMAP (*.BMP) |
Standaardindeling van Windows voor afbeeldingsbestanden. De meeste Windows-toepassingen, zoals tekstverwerkingsprogramma's, kunnen afbeeldingen in deze indeling lezen en verwerken. |
JPEG (*.JPG) |
Gecomprimeerd bestandstype. De mate van compressie kan worden ingesteld. Met JPEG is een relatief hoge compressie mogelijk. Maar hoe hoger de compressie, des te lager de kwaliteit van de afbeelding. (N.B.: de oorspronkelijke gegevens kunnen niet meer worden teruggehaald.) Bovendien neemt de kwaliteit af telkens wanneer het bestand wordt opgeslagen. Daarom wordt het bestandstype TIFF aangeraden wanneer een bestand uitgebreid moet worden bewerkt of geretoucheerd. |
Multi-TIFF (*.TIF) |
Een TIFF-bestandsindeling waarbij meerdere pagina's worden opgeslagen in hetzelfde bestand. Om Multi-TIFF-bestanden te kunnen openen hebt u een toepassing nodig die dit bestandstype ondersteunt. |
PDF (*.PDF) |
Een documentindeling die volledig platformonafhankelijk is. Voor het gebruik van PDF-documenten hebt u Adobe Acrobat Reader of Acrobat nodig. Wanneer u kleuren- of zwart-witafbeeldingen opslaat als PDF-bestand, kunt u zelf de gewenste compressiekwaliteit selecteren. |
PICT (*.PCT) |
Standaardindeling van Macintosh voor afbeeldingsbestanden. Vrijwel alle softwaretoepassingen voor Macintosh (zoals tekstverwerkers) kunnen overweg met het bestandstype PICT. |
PRINT Image Matching II (JPEG) (*.JPG)/ |
Een bestandsindeling voor PRINT Image Matching-gegevens. PRINT Image Matching is een gestandaardiseerde methode waarmee uitgebreide informatie over de kleuren van de gescande afbeelding wordt opgeslagen. De kwaliteit van de scan wordt hierdoor geoptimaliseerd. Wanneer u een met PRINT Image Matching compatibele printer gebruikt, kunt u de afbeeldingen eenvoudig afdrukken in schitterende en levendige kleuren.
Opmerking: |
TIFF (*.TIF) |
Een bestandsindeling die is gemaakt voor de uitwisseling van gegevens tussen toepassingen als grafische software en DTP-programma's. Bij het scannen van zwart-witafbeeldingen kunt u zelf het compressietype opgeven. |
![]() | Klik op OK. EPSON Scan begint met scannen. |
![]() | ![]() | Opmerking: |
![]() | ![]() |
|
![]() | De gescande afbeelding wordt automatisch opgeslagen op de opgegeven locatie. |
![]() Vorige |