Overige informatie
Als u de printer wilt vervoeren, moet u het apparaat zorgvuldig verpakken in de oorspronkelijke doos (of een vergelijkbare doos waar de printer precies in past). Ga als volgt te werk.
![]() | Waarschuwing: |
![]() |
|
![]() | Let op: |
![]() |
|
![]() |
|
![]() | Steek de stekker van de printer in het stopcontact en zet de printer aan. |
![]() |
Druk op de inktknop ![]() ![]() |
![]() | ![]() | Let op: |
![]() | ![]() |
|
![]() | ![]() | Opmerking: |
![]() | ![]() |
|
![]() | Open eerst de printerkap en vervolgens de cartridgekap. |
![]() | Als u alle cartridges wilt verwijderen, knijpt u in de zijkant van elke afzonderlijke cartridge en verwijdert u de cartridge vervolgens uit de printer. |
![]() | Sluit de cartridgekap, gevolgd door de printerkap. |
![]() |
Druk op de inktknop ![]() |
![]() | Zet de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact. |
![]() | Verwijder de interfacekabel van de printer. |
![]() | Haal het papier uit de printer en verwijder de papiersteun. |
![]() | Open de printerkap opnieuw. Plak de houder van de cartridges vast (zie illustratie) en sluit de kap. |
![]() | Klap de uitvoerlade omhoog. |
![]() | Plaats het beschermende materiaal aan weerszijden van de printer. |
![]() | Plaats de printer en het netsnoer in de oorspronkelijke doos. |
![]() | Houd de printer recht tijdens het vervoer. |
![]() | Zorg ervoor dat u alle tape weer van de printer verwijdert wanneer u de printer opnieuw gaat gebruiken. |
![]() Vorige |
![]() Volgende |