EPSON

Inleiding

De geheugenkaartsleuven van het apparaat maken het mogelijk om foto's te kopiëren naar een computer die op de printer is aangesloten. Omgekeerd kunt u ook bestanden van de computer naar de geheugenkaart kopiëren.
Zie de Gebruikershandleiding - voor gebruik zonder computer - voor meer informatie over het afdrukken van een geheugenkaart.

Voorzorgsmaatregelen voor het kopiëren van en naar een geheugenkaart

Bij het kopiëren van bestanden van een geheugenkaart naar een computer (en omgekeerd) moet u rekening houden met het volgende:
Zie de documentatie van uw geheugenkaart en eventuele adapter voor de precieze gebruiksaanwijzing.
Wanneer het kaartlampje knippert, mag u de geheugenkaart niet verwijderen en het apparaat niet uitzetten. Als u dit wel doet, kunnen gegevens verloren gaan.
Zorg ervoor dat de geheugenkaart niet beveiligd is tegen schrijven. Veel geheugenkaarten hebben hier een aparte voorziening voor.
Kopieer geen bestanden naar een geheugenkaart tijdens het afdrukken van foto's vanaf dezelfde geheugenkaart.
Op het display van de printer worden de gegevens van de geheugenkaart niet automatisch bijgewerkt nadat u bestanden naar de kaart hebt gekopieerd of bestanden van de kaart hebt verwijderd. Als u de getoonde informatie wilt bijwerken, moet u wachten tot het lampje van de kaartsleuf stopt met knipperen. Vervolgens moet u de geheugenkaart verwijderen en opnieuw in de printer steken.
Wanneer u foto's van een geheugenkaart opent in EPSON File Manager, mag u de geheugenkaart pas verwijderen nadat EPSON File Manager is afgesloten.
Let op:
Plaats uw geheugenkaart alleen in de printer op de manier die in de tabel wordt getoond (zie Gebruikershandleiding - voor gebruik zonder computer -), want anders kunnen de printer en/of de kaart beschadigd raken. Als u de kaart op de verkeerde manier in de printer steekt, krijgt u een foutmelding. Verwijder de geheugenkaart en plaats deze nu op de juiste manier in de printer.
U kunt maar één geheugenkaart tegelijk plaatsen. Een reeds in het apparaat aanwezige geheugenkaart moet u eerst verwijderen voordat u een andere kaart plaatst.
Raak de geheugenkaart niet aan. Zo beschermt u de kaart tegen statische elektriciteit. Als u de kaart in het apparaat aanraakt, kan een storing optreden.
Als een digitale camera op de printer is aangesloten, moet u de camera loskoppelen voordat u een geheugenkaart in de printer plaatst.
Wanneer het kaartlampje knippert, mag u de geheugenkaart niet verwijderen. Als u dit wel doet, kunnen gegevens verloren gaan.
Druk niet op de knop rechts van de onderste kaartsleuf wanneer u een CompactFlash-kaart plaatst, want anders kunt u de kaart niet verwijderen.
Als de CompactFlash-kaart niet wordt herkend, moet u de kaart verwijderen en opnieuw plaatsen.