Het gebruik van EPSON Printer Service Utility 2
Voor automatische controle van de spuitkanaaltjes en printkopreiniging, bidirectionele uitlijning of unidirectionele uitlijning voor afdrukmateriaal met een speciale coating.
![]() | Opmerking: |
![]() |
|
![]() |
|
![]() | Opmerking: |
![]() |
|
![]() | Selecteer het gewenste afdrukmateriaal bij Afdrukmateriaal. Selecteer Andere als u afdrukmateriaal gebruikt dat niet van EPSON afkomstig is. |
![]() | Stel de Papierdikte in. |
Als u de naam van origineel afdrukmateriaal van EPSON hebt geselecteerd, worden de waarden automatisch ingevuld.
Als u bij Afdrukmateriaal de optie Andere (afdrukmateriaal niet van EPSON) hebt geselecteerd, moet u in het tekstvak Papierdikte de waarde van het afdrukmateriaal invoeren (van 1 tot 15). Meer informatie over de papierdikte vindt u in de specificaties of neem contact op met de leverancier van het betreffende afdrukmateriaal.
![]() | ![]() | Opmerking: |
![]() | ![]() |
|
![]() | Stel de Plaatopening in. De waarde bij Plaatopening is de afstand tussen het afdrukmateriaal dat in de printer is geplaatst en de printkop. Door deze waarde aan te passen kunt u de afdrukkwaliteit verbeteren. |
![]() | ![]() | Opmerking: |
![]() | ![]() |
|
![]() | ![]() |
|
In de volgende tabel wordt aangegeven welke Plaatopening kan worden gebruikt voor de verschillende papierdikten.
|
Plaatopening |
|||
Papierdikte (mm) |
Smal |
Standaard |
Breed |
Breder |
0 tot 0,2 |
|
|
|
|
0,3 tot 0,6 |
N.v.t. |
|
|
|
0,7 of meer |
N.v.t. |
N.v.t. |
N.v.t. |
|
![]() | Selecteer een puntgrootte van 1 tot 4, afhankelijk van het afdrukmateriaal dat u gebruikt en de afdrukmodus die u wilt proberen. In de volgende tabel wordt aangegeven welke instelling kan worden gebruikt voor de verschillende soorten afdrukmateriaal en de verschillende afdrukmodi. |
|
Afdrukkwaliteit* |
|||||
Afdrukmateriaal |
A |
B |
C |
D |
E |
F |
Premium Glossy Photo Paper |
- |
#2 |
#3 |
- |
#2 |
#3 |
Proofing Paper Semimatte |
- |
#2 |
#3 |
- |
#2 |
#3 |
Photo Quality Ink Jet Paper |
- |
#1 |
#2 |
#1 |
#2 |
#3 |
Enhanced Matte Paper |
- |
#1 |
#2 |
#1 |
#2 |
#3 |
Watercolor Paper - Radiant White |
- |
- |
- |
- |
#2 |
#3 |
![]() | * Afdrukkwaliteit A: Concept, B: Snelheid, C: Kwaliteit, D: Normaal, E: Fijn, F: Superfijn, Superfoto, Advanced Photo, Advanced Photo 2880 |
Gebruik de printerdriver voor de afdrukkwaliteit.
![]() | ![]() | Opmerking: |
![]() | ![]() |
|
![]() | Schakel het selectievakje links naast het geselecteerde nummer in (#1 tot #4). |
![]() | Klik op Starten om de automatische bidirectionele uitlijning uit te voeren. |
![]() | Opmerking: |
![]() |
|
![]() |
|
![]() | Selecteer het gewenste afdrukmateriaal bij Afdrukmateriaal. Selecteer Andere als u afdrukmateriaal gebruikt dat niet van EPSON afkomstig is. |
![]() | Stel de Papierdikte in. |
Als u de naam van origineel afdrukmateriaal van EPSON hebt geselecteerd, worden de waarden automatisch ingevuld.
Als u bij Afdrukmateriaal de optie Andere (afdrukmateriaal niet van EPSON) hebt geselecteerd, moet u in het tekstvak Papierdikte de waarde van het afdrukmateriaal invoeren (van 1 tot 15). Meer informatie over de papierdikte vindt u in de specificaties of neem contact op met de leverancier van het betreffende afdrukmateriaal.
![]() | ![]() | Opmerking: |
![]() | ![]() |
|
![]() | Stel de Plaatopening in. De waarde bij Plaatopening is de afstand tussen het afdrukmateriaal dat in de printer is geplaatst en de printkop. Door deze waarde aan te passen kunt u de afdrukkwaliteit verbeteren. |
![]() | ![]() | Opmerking: |
![]() | ![]() |
|
![]() | ![]() |
|
In de volgende tabel wordt aangegeven welke Plaatopening kan worden gebruikt voor de verschillende papierdikten.
|
Plaatopening |
|||
Papierdikte (mm) |
Smal |
Standaard |
Breed |
Breder |
0 tot 0,2 |
|
|
|
|
0,3 tot 0,6 |
N.v.t. |
|
|
|
0,7 of meer |
N.v.t. |
N.v.t. |
N.v.t. |
|
![]() | Selecteer een puntgrootte van 1 tot 4, afhankelijk van het afdrukmateriaal dat u gebruikt en de afdrukmodus die u wilt proberen. In de volgende tabel wordt aangegeven welke instelling kan worden gebruikt voor de verschillende soorten afdrukmateriaal en de verschillende afdrukmodi. |
|
Afdrukkwaliteit* |
|||||
Afdrukmateriaal |
A |
B |
C |
D |
E |
F |
Premium Glossy Photo Paper |
- |
#2 |
#3 |
- |
#2 |
#3 |
Proofing Paper Semimatte |
- |
#2 |
#3 |
- |
#2 |
#3 |
Photo Quality Ink Jet Paper |
- |
#1 |
#2 |
#1 |
#2 |
#3 |
Enhanced Matte Paper |
- |
#1 |
#2 |
#1 |
#2 |
#3 |
Watercolor Paper - Radiant White |
- |
- |
- |
- |
#2 |
#3 |
![]() | * Afdrukkwaliteit A: Concept, B: Snelheid, C: Kwaliteit, D: Normaal, E: Fijn, F: Superfijn, Superfoto, Advanced Photo, Advanced Photo 2880 |
Gebruik de printerdriver voor de afdrukkwaliteit.
![]() | ![]() | Opmerking: |
![]() | ![]() |
|
![]() | Schakel het selectievakje links naast het geselecteerde nummer in (#1 tot #4). |
![]() | Klik op Starten om de automatische unidirectionele uitlijning uit te voeren. |
Controleer of de spuitkanaaltjes verstopt zijn. Klik op Starten om de automatische spuitkanaaltjescontrole uit te voeren. Indien nodig wordt de automatische printkopreiniging gestart.
![]() Volgende |