Het gebruik van EPSON Printer Service Utility 2

Bidirectionele uitlijning

Als u een onjuiste verticale uitlijning aantreft zoals hierna getoond, probeert u eerst dit venster en vervolgens het venster Unidirectionele uitlijning.

Bidirectionele uitlijning dient voor het verbeteren van verkeerd uitgelijnde verticale lijnen door bidirectioneel af te drukken, met als resultaat een uiterst nauwkeurige uitlijning van alle acht kleuren, inclusief (mat)zwart (Matte Black).

Opmerking:
Als u gecoat afdrukmateriaal gebruikt, kunt u de Bidirectionele uitlijning snel en gemakkelijk uitvoeren via het venster Automatische aanpassing.

Selecteer het gewenste afdrukmateriaal bij Afdrukmateriaal. Selecteer Andere als u afdrukmateriaal gebruikt dat niet van EPSON afkomstig is.

Opmerking:
Als uw printer is ingesteld op een inktcombinatie van vier kleuren, staat de printer in vierkleurenmodus en worden in het venster maar vier kleuren getoond.

Stel de Papierdikte in.

Als u de naam van origineel afdrukmateriaal van EPSON hebt geselecteerd, worden de waarden automatisch ingevuld.

Als u bij Afdrukmateriaal de optie Andere (afdrukmateriaal niet van EPSON) hebt geselecteerd, moet u in het tekstvak Papierdikte de waarde van het afdrukmateriaal invoeren (van 1 tot 16). Meer informatie over de papierdikte vindt u in de specificaties of neem contact op met de leverancier van het betreffende afdrukmateriaal.

Opmerking:
U kunt een dikte opgeven van 0,1 tot 1,6 mm in stappen van 0,1 mm.

Stel de Plaatopening in. De waarde bij Plaatopening is de afstand tussen het afdrukmateriaal dat in de printer is geplaatst en de printkop. Door deze waarde aan te passen kunt u de afdrukkwaliteit verbeteren.

Opmerking:
  • Door Plaatopening op Smal te zetten kunt u een betere afdrukkwaliteit krijgen, maar zorg dat het afdrukmateriaal niet kreukelt of tegen de printkop komt. De afdruk of de printkop kan anders beschadigd raken. Kies in een dergelijk geval liever Breed of Breder.
  • Als u bij Afdrukmateriaal de optie Andere hebt geselecteerd, kan dit item niet worden gebruikt zolang u geen waarde hebt ingevuld bij Papierdikte.

In de volgende tabel wordt aangegeven welke Plaatopening kan worden gebruikt voor de verschillende papierdikten.

Plaatopening

Papierdikte (mm)

Smal

Standaard

Breed

Breder

0,1 tot 0,2

0,3 tot 0,6

N.v.t.

0,7 of meer

N.v.t.

N.v.t.

N.v.t.

Selecteer een puntgrootte van 1 tot 4, afhankelijk van het afdrukmateriaal dat u gebruikt en de afdrukmodus die u wilt proberen. In de volgende tabel wordt aangegeven welke instelling kan worden gebruikt voor de verschillende soorten afdrukmateriaal en de verschillende afdrukkwaliteiten.

Afdrukkwaliteit*

Afdrukmateriaal

A

B

C

D

E

F

Premium Glossy Photo Paper
Premium Semigloss Photo Paper
Premium Luster Photo Paper

-

#2

#3

-

#2

#3

Proofing Paper Semimatte

-

#2

#3

-

#2

#3

Photo Quality Ink Jet Paper
Premium Luster Photo Paper (250)
Premium Glossy Photo Paper (250)
Premium Semigloss Photo Paper (250)
Premium Semimatte Photo Paper (250)

-

#1

#2

#1

#2

#3

Enhanced Matte Paper
Archival Matte Paper
Singleweight Matte Paper

-

#1

#2

#1

#2

#3

Watercolor Paper - Radiant White
Smooth Fine Art Paper
Textured Fine Art Paper
Velvet Fine Art Paper

-

-

-

-

#2

#3

Plain Paper

#4

#1

#2

#1/#2

#2

-

Plain Paper (line drawing)

#4

#2

#2

#1/#2

#2

-

Tracing Paper

-

#2

#2

#1/#2

#2

-

*  Afdrukkwaliteit A: Concept, B: Snelheid, C: Kwaliteit, D: Normaal, E: Fijn, F: Superfijn, Superfoto, Advanced Photo, Advanced Photo 2880

Gebruik de printerdriver voor de afdrukkwaliteit.

Opmerking:
Als u afdrukmateriaal gebruikt dat niet van EPSON afkomstig is, raden wij u aan om alle selectievakjes van #1 tot #4 in te schakelen om alle puntgrootten uit te lijnen.

Schakel het selectievakje links naast het geselecteerde nummer in (#1 tot #4). De betreffende rij wordt geactiveerd.

Klik op Afdrukken om een blad met uitlijnpatronen af te drukken.

Bekijk het uitlijnvel. Zoek per kleur het patroon dat verticaal goed is uitgelijnd. In het volgende voorbeeld is nummer 8 het best uitgelijnd.

Voer in de betreffende vakken het nummer van elk goed uitgelijnd patroon in. In dit voorbeeld zou u 8 moeten invoeren in het vak van de betreffende kleur.

Als u geen enkel patroon kunt vinden dat perfect is uitgelijnd, voer dan het nummer in van het patroon met de beste uitlijning.

Herhaal stap 7 en 8 voor elke kleur.

Klik op de knop Opslaan. Als er een online-foutmelding wordt weergegeven, selecteert u op het bedieningspaneel van de printer de optie STANDAARD voor de plaatopening van de printer. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de printer voor de precieze werking van het bedieningspaneel.


[Boven]


Vorige

Volgende