|
||||||||||||
![]() |
Problemen met de afdrukkwaliteitAls de afdrukkwaliteit te wensen overlaat, maak dan een vergelijking met de volgende illustraties. Klik op het bijschrift onder de illustratie die het meest overeenkomt met uw afdruk.
Horizontale strepenControleer of het papier met de afdrukzijde naar boven in de papiertoevoer is geplaatst.
Voer het hulpprogramma Printkop reinigen uit om eventueel verstopte spuitkanaaltjes schoon te maken.
![]() Verbruik de cartridges binnen zes maanden na opening van de verpakking.
Gebruik altijd originele Epson-cartridges.
Controleer de cartridgestatus met EPSON Status Monitor 3 (Windows) of EPSON StatusMonitor (Mac OS X).
![]() Als wordt aangegeven dat de inkt (bijna) op is, moet u de desbetreffende cartridge vervangen. ![]() Zorg ervoor dat de papiersoort die is geselecteerd in de printerdriver overeenkomt met het type papier dat zich in de papiertoevoer van de printer bevindt.
![]() Onjuiste verticale uitlijning of strepenControleer of het papier met de afdrukzijde naar boven in de papiertoevoer is geplaatst.
Voer het hulpprogramma Printkop reinigen uit om eventueel verstopte spuitkanaaltjes schoon te maken.
![]() Schakel het selectievakje Hoge snelheid uit op het tabblad Geavanceerd van de printerdriver (Windows). Zie de online-Help voor meer informatie.
Zorg ervoor dat de papiersoort die is geselecteerd in de printerdriver overeenkomt met het type papier dat zich in de papiertoevoer van de printer bevindt.
![]() Onjuiste of ontbrekende kleurenVoor Windows schakelt u Enkel zwarte inkt uit op het tabblad Geavanceerd van de printerdriver.
Voor Mac OS X zet u Kleur op Kleur in de Printerinstellingen van het dialoogvenster Afdrukken van de printerdriver. Zie de online-Help van de printerdriver voor meer informatie. Pas de kleurinstellingen aan in de gebruikte toepassing of in de printerdriver.
Voor Windows controleert u het tabblad Geavanceerd. Voor Mac OS X controleert u het dialoogvenster Printerinstellingen via het dialoogvenster Afdrukken. Zie de online-Help voor meer informatie. Controleer de cartridgestatus met EPSON Status Monitor 3 (Windows) of EPSON StatusMonitor (Mac OS X).
![]() Als wordt aangegeven dat de inkt (bijna) op is, moet u de desbetreffende cartridge vervangen. ![]() Als u net een cartridge hebt vervangen, controleer dan of de datum op de verpakking nog niet is verstreken. Vervang de cartridges ook als de printer lange tijd niet is gebruikt.
![]() Onduidelijke of vlekkerige afdrukkenGebruik alleen papier dat door Epson wordt aanbevolen.
Klik voor meer informatie over speciaal afdrukmateriaal van Epson op het tabblad Bijlage in de rechterbovenhoek van het venster van de Gebruikershandleiding en klik vervolgens op Productinformatie, Inkt en papier. Gebruik altijd originele Epson-cartridges.
Zorg ervoor dat de printer op een vlakke, stabiele ondergrond staat die groter is dan de printer. De printer werkt niet goed als hij scheef staat.
Zorg ervoor dat het papier niet beschadigd, vuil of te oud is.
Zorg ervoor dat het papier droog is en met de afdrukzijde naar boven in de printer is geladen.
Strijk het papier glad of buig het een beetje om in de tegenovergestelde richting als het is omgekruld in de richting van de afdrukzijde.
Zorg ervoor dat de papiersoort die is geselecteerd in de printerdriver overeenkomt met het type papier dat zich in de papiertoevoer van de printer bevindt.
![]() Verwijder elk afgedrukt vel meteen uit de opvangbank.
Als u afdrukt op glansfilm, plaats dan een steunvel (of een vel gewoon papier) onder de stapel. U kunt de vellen ook één voor één invoeren.
Raak de bedrukte zijde van papier met een glanzend oppervlak niet aan en zorg ervoor dat deze zijde nergens mee in aanraking komt. Wanneer u hebt afgedrukt op glanzend afdrukmateriaal, moet u de inkt enkele uren laten drogen.
| ![]() |
||||||||||