EPSON

Dialoogvenster Detail papiertoevoeraanpassing

Klik op de knop Details bij Aanpassingswaarde papiertoevoer in het dialoogvenster Aangepast papier instellen om het dialoogvenster Details weer te geven. Om de juiste correctiewaarde voor de papiertoevoer van het afdrukgebied te bepalen, kunt u 5 proefdrukken maken.
Opmerking:
Dit dialoogvenster verschilt naargelang het printermodel.
Bepaal de minimum- en maximumwaarde met behulp van de schuifbalk of tekstvakken. Wij raden aan dat u voor de eerste afdruk -70 als minimumwaarde instelt, en 70 als maximumwaarde.
Opmerking:
Om 5 proefdrukken te maken, moet u minimum- en maximumwaarden opgeven voor het afdrukgebied. De waarde voor het testbereik wordt in papiertoevoerstappen van 1 mm ingesteld.
Tussen de minimum- en maximumwaarden worden vijf tussenwaarden gevoegd. Deze vijf waarden worden getoond boven de knop Proefafdrukken.
Selecteer Gebruikergedefinieerde afbeelding als u bij het kiezen van het meest geschikte afdrukmateriaal een specifieke afbeelding wilt gebruiken als proefafdruk. Klik vervolgens op Bladeren om de betreffende afbeelding te zoeken.
Opmerking voor Windows:
Een gebruikergedefinieerde afbeelding moet een 24-bits BMP-bestand zijn van maximaal 4060 × 1190 pixels groot.
Opmerking voor Mac OS X:
Een gebruikergedefinieerde afbeelding moet een 32-bits PICT-bestand zijn van maximaal 4060 × 1190 pixels groot.
Controleer of Standaardafbeelding is geselecteerd als u een standaardafbeelding wilt gebruiken.
Klik op de knop Proefafdrukken. De vijf voorbeeldafdrukken voor de waarde die u in stap 1 hebt opgegeven, worden afgedrukt.
Opmerking:
In Mac OS X verschijnt soms een dialoogvenster waarin het aantal vellen wordt aangegeven dat nodig is om de proefafdruk te voltooien. Bevestig het aantal vellen en klik op OK als er geen probleem is. Vervolgens wordt er afgedrukt.
Bekijk de voorbeelden en bepaal in welk voorbeeld er het minste streepvorming optreedt. Naast elke afbeelding staat een waarde.
Herhaal stap 1 t/m 4 tot de strepen zijn verdwenen.
Noteer de gevonden waarde.
Opmerking:
De aanpassingswaarde voor de papiertoevoer wordt het beste in stappen van 6 aangepast (bijvoorbeeld -12, -6, 0, en 12). Als stappen kleiner dan 6 worden gebruikt, wordt met het blote oog het onderscheid nog nauwelijks gemaakt.
U verwijdert de witte strepen door de schuifbalk naar -70 te verplaatsen. Om donkere streepvorming te verwijderen, verplaatst u de schuifbalk naar 70.
Klik op de knop Sluiten om het dialoogvenster Detail papiertoevoeraanpassing te sluiten.
Stel met de schuifbalk het bereik in dat u hebt genoteerd, of voer rechtstreeks een waarde in via het tekstveld in het dialoogvenster Aangepast papier instellen.