|
||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
De modus VergrendelenU kunt de modus Vergrendelen gebruiken om het gebruik van de knoppen op het bedieningspaneel te beperken. Bij de basisinstelling kunnen alleen de knoppen Pause, Load/Eject en Tear Off worden gebruikt als de modus Vergrendelen is ingeschakeld.
De modus Vergrendelen in- of uitschakelenU kunt de modus Vergrendelen eenvoudig in- en uitschakelen met de knoppen op het bedieningspaneel.
Voer onderstaande stappen uit de modus Vergrendelen in te schakelen:
![]()
Als de modus Vergrendelen is ingeschakeld, lichten de knoppen Pause en Paper Out tegelijkertijd op als de vergrendelde knoppen worden ingedrukt.
Om de modus Vergrendelen uit te schakelen, herhaalt u de stappen 1 en 2. U hoort eenmaal een pieptoon ter indicatie van de modus Vergrendelen is uitgeschakeld.
Zie De instellingen voor de modus Vergrendelen wijzigen voor informatie over het wijzigen van de functies die moeten worden vergrendeld.
De instellingen voor de modus Vergrendelen wijzigenOnderstaande tabel bevat de basisfunctie van de knoppen in de modus Vergrendelen.
U kunt zelf bepalen welke functies met de modus Vergrendelen moeten worden vergrendeld.
![]()
Voer onderstaande stappen uit om de instellingen voor de modus Vergrendelen te wijzigen:
![]()
De printer start op in de modus voor het wijzigen van de vergrendelingsinstellingen en er wordt een bericht afgedrukt waarin u wordt gevraagd of u de huidige instellingen wilt afdrukken.
De printer drukt het eerste menu en de huidige waarde van het menu af.
![]()
| ![]() |
||||||||||||||||||||||||||