EPSON

Handmatig instellen

U kunt de printer gebruiken via een draadloos of vast LAN met behulp van het bedieningspaneel en de functies van het besturingssysteem zonder dat u de meegeleverde software EpsonNet Setup hoeft te gebruiken.
Opmerking:
De functie en methode voor draadloze netwerkverbindingen is niet beschikbaar voor printers van type B. Printers van type B kunnen worden ingesteld met EpsonNet Setup. Zie Beschrijving van de printertypen voor meer informatie over de verschillende typen printers.

Benodigde software

Voordat u de printer kunt gebruiken, moet u op de computer eerst de benodigde software installeren, zoals een printer- en scannerdriver.
Wanneer u de printer voor het eerst op de computer aansluit, moet u de volgende software van de cd met printersoftware installeren met behulp van EasyInstall (Snelle installatie) of Software List (Softwarelijst).
Zie De software installeren
Software
Beschrijving
Printerdriver
Printerdriver
EPSON Scan
Scannerdriver
EpsonNet Utility
Met Epson Status Monitor controleert u de printers in het netwerk.
EpsonNet Print
Hiermee maakt en beheert u afdrukpoorten (EpsonNet Print-poort).
EpsonNet Setup
Hiermee wijzigt u de netwerkinstellingen van de printer.

Configuratieprocedure

Volg de onderstaande instructies om de printer via een draadloos of vast LAN te gebruiken vanaf een computer.
Nadat u de printer hebt ingesteld, geeft u de printerinstellingen op de computer op. Zie de verschillende items voor meer informatie over het instellen.
Stap 1. Basisinstellingen opgeven voor de printer in het netwerk (netwerkinstellingen printer)
Geef de basisinstellingen (printernaam en IP-adres) voor een netwerkverbinding op.
Zie Algemene netwerkinstellingen opgeven
Stap 2. De printer aansluiten op een draadloos netwerk (draadloze instellingen printer)
Opmerking:
Sla stap 2 over als u een vaste netwerkverbinding gebruikt.
Schakel het draadloze netwerk in op de printer, ga op het draadloze netwerk en maak verbinding vanaf de computer. Afhankelijk van de beveiliging die in het draadloze netwerk wordt gebruikt, zijn er verschillende instelmethoden. Na afloop van deze stap kunt u nog niet afdrukken, ook al wordt de printer door de computer herkend.
Instelmethode
Functienaam
Verwijzing
Handmatig configureren via bedieningspaneel
Setup Wizard
Manual Setup
Instellen door rechtstreekse communicatie met router (drukknop en invoer van pincode)
WPS Setup (Push Button Mode)
SES Setup
WPS Setup (PIN Code Mode)
Instellen met de functies van het besturingssysteem
WCN
Stap 3. De printer registreren op de computer (protocollen en printerpoort maken)
Registreer de printer op de computer. Bepaal de communicatieprotocollen en maak een printerpoort. (De printerpoort fungeert als doorgeefluik voor het verzenden van afdrukgegevens naar de printer.)
U kunt de volgende printerpoorten instellen als communicatieprotocol dat compatibel is met deze printer.
Protocol
Windows
Macintosh
Type instelling
Automatisch bijhouden van IP-adres
Verwijzing
Standaard TCP/IP
Ja
Nee
Wanneer u een printerpoort wilt maken, selecteert u Control Panel (Configuratiescherm) -> Print&FAX (Afdrukken en faxen) -> Add Printer (Printer toevoegen).
Uit
EpsonNet Print
Ja
Nee
Wanneer u een printerpoort wilt maken, selecteert u Control Panel (Configuratiescherm) -> Print&FAX (Afdrukken en faxen) -> Add Printer (Printer toevoegen).
Aan
EPSON TCP/IP
Nee
Ja
Selecteer deze optie wanneer u wilt registreren via Printer List (Printerlijst), Print Center (Afdrukbeheer) of Print&FAX (Afdrukken en faxen).
Aan
Bonjour (Mac OS X 10.4.x en hoger)
/Rendezvous (Mac OS X 10.3.x)
Nee
Ja
Selecteer deze optie wanneer u wilt registreren via Printer List (Printerlijst), Print Center (Afdrukbeheer) of Print&FAX (Afdrukken en faxen).
Aan
*: Wanneer de DHCP-functie van de router is ingeschakeld en automatisch een eigen IP-adres wordt toegewezen, kan het gebeuren (afhankelijk van de volgorde waarin de apparatuur wordt ingeschakeld) dat het IP-adres steeds verschilt. Automatisch bijhouden van IP-adres wil zeggen dat de printer toch wordt herkend, ook al wordt het IP-adres van de printer gewijzigd door de DHCP-functie.
Stap 4. De scanner registreren op de computer (EPSON Scan instellen voor een netwerk)
Als u EPSON Scan wilt instellen en de scanner wilt gebruiken in een netwerk, moet u de scanner registreren op de computer.
Zie De scanner aansluiten
Sta 5. Netwerkinstellingen voor geheugenkaarten
Stel in hoe een geheugenkaart wordt gebruikt in het netwerk (alleen voor modellen waarin een geheugenkaart kan worden geplaatst).
Zie De netwerkkaartsleuf configureren