Voer de Wi-Fi-beveiligingssleutel (wachtzin of wachtwoord) in en druk op

.
BELANGRIJK: In de beveiligingssleutel wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.
Uitleg bij de knoppen

==> Hiermee verwijdert u de letter links van de cursor of (wanneer tekst wordt ingevoerd) de letter op de cursor.

==> Hiermee verplaatst u de cursor naar rechts voor invoer van het volgende teken of voert u een spatie in.

==> Hiermee voert u letters of cijfers in. Door de knoppen meerdere keren in te drukken selecteert u hoofdletters, kleine letters of cijfers.
Druk bijvoorbeeld op

voor invoer van :;<=>?@ !"#$%&'()*+,-./[\]^_{|}~.