EPSON

Probleemdiagnose

Volg in geval van printerproblemen altijd de volgende twee stappen. Probeer eerst de oorzaak van het probleem te achterhalen en pas dan de meest voor de hand liggende oplossingen toe totdat het probleem is opgelost.
De informatie die u nodig hebt om de meest voorkomende problemen te lokaliseren en op te lossen krijgt u via de online-probleemoplossing, het bedieningspaneel van de printer, de statusmonitor of door een printercontrole uit te voeren. Raadpleeg het betreffende gedeelte hierna.
Als u specifieke problemen hebt met de afdrukkwaliteit, een afdrukprobleem dat geen verband houdt met de afdrukkwaliteit of een probleem met de papierinvoer, of als de printer helemaal niets meer wil doen, raadpleeg dan het betreffende gedeelte.
Voordat u een probleem kunt oplossen, kan het noodzakelijk zijn het afdrukken te annuleren.

Foutindicators

De meest voorkomende printerproblemen kunt u identificeren aan de hand van de foutindicators op het bedieningspaneel van de printer. Als de printer het niet meer doet en u het probleem niet kunt oplossen, raadpleegt u de tabel met foutindicatoren en oplossingen in het boekje.

Statusmonitor

Als er tijdens het afdrukken een probleem optreedt, verschijnt er een foutbericht in het venster van de Status Monitor.
Wanneer u een cartridge moet vervangen, klikt u op de knop How To (Hoe) in het scherm. De statusmonitor geeft u stapsgewijze instructies voor het vervangen van de cartridges.
Zie de hierna genoemde gedeelten voor informatie over het controleren van de status van elke afzonderlijke cartridge:
Zie EPSON Status Monitor 3 gebruiken (Windows)
Zie Werken met EPSON Status Monitor (Mac OS X)
Als u de foutmelding krijgt dat de inktkussentjes van de printer het einde van hun levensduur hebben bereikt, neemt u contact op met de Epson-klantenservice voor de vervanging ervan. Wanneer de inktkussentjes van de printer verzadigd zijn, doet de printer het niet meer en hebt u Epson nodig om opnieuw te kunnen afdrukken.

De werking van de printer controleren

Als u de oorzaak van het probleem niet kunt achterhalen, kunt u met een speciale controle bepalen of het probleem bij de printer of bij de computer moet worden gezocht.
Voordat u de werking van de printer controleert, controleert u of de ladehendel omhoog staat.
Let op:
Raak de voorste lade niet aan wanneer u de ladehendel verplaatst.
Verplaats de hendel niet terwijl de printer in gebruik is.
Opmerking:
Verplaats de hendel alleen als er zich geen papier of andere voorwerpen op de voorste lade bevinden en de lade niet is uitgeschoven.
U voert als volgt een printercontrole uit. Gebruik de knoppen , , of om de gewenste modus weer te geven op het LCD-scherm.
Zorg ervoor dat de printer en de computer zijn uitgeschakeld.
Verwijder de interfacekabel van de printer.
Controleer of er papier van A4-formaat is geladen in de papiertoevoer en of de cd/dvd-lade niet in de printer is geplaatst. Kijk ook of de ladehendel omhoog staat.
Druk op de aan-uitknop  On om de printer aan te zetten.
Open de modus Instellingen vanuit het menu Home.
Open het menu Onderhoud.
Open het menu Controle spuitkanaal.
Druk op de knop Start om de controle te starten.
Er wordt een testpagina met een spuitkanaaltjespatroon afgedrukt. Als er delen uit het patroon ontbreken, moet u de printkop reinigen.
Als de testpagina wordt afgedrukt, wordt het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door de software-instellingen, de kabel of de computer. Het is ook mogelijk dat de software niet goed is geïnstalleerd. Probeer de software te verwijderen en opnieuw te installeren.
Zie De printerdriver verwijderen
Als de testpagina niet wordt afgedrukt, kan er iets mis zijn met de printer. Probeer de adviezen uit het volgende gedeelte.
Zie De printer drukt niet af