|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
Standaardinstellingen van de printerDe standaardinstellingen bepalen een groot aantal printerfuncties. Hoewel u deze functies vaak kunt instellen via de software of de printerdriver, moet u soms een standaardinstelling wijzigen via het bedieningspaneel van de printer, waarbij u de modus Standaardinstellingen gebruikt.
De modus StandaardinstellingenIn de volgende tabel worden de standaardinstellingen en de opties beschreven die u kunt selecteren in de modus Standaardinstellingen. De instellingen worden uitgebreider toegelicht onder de tabel. Zie De standaardinstellingen wijzigen voor instructies over het wijzigen van de standaardinstellingen.
*1 De instellingen die vet worden weergegeven, zijn de standaard fabrieksinstellingen. De instellingen kunnen per land verschillen.
*2 De beschikbare opties hangen af van het land van aankoop.
3Deze instellingen worden toegepast als IBM PPDS-emulatie is geselecteerd.
Page length for tractorMet deze instelling kunt u de paginalengte (in inch) instellen voor kettingpapier.
Skip over perforationDeze functie is alleen beschikbaar als kettingpapier is geselecteerd. Als u On selecteert, voegt de printer een marge van één inch (25,4 mm) toe tussen de laatste afgedrukte regel op de ene pagina en de eerste afgedrukte regel op de volgende pagina. Aangezien de marge-instellingen in de meeste toepassingen voorrang hebben op de instellingen die zijn aangebracht via het bedieningspaneel, dient u deze instelling alleen te gebruiken als u de boven- en ondermarge niet via de toepassing kunt instellen.
Auto tear offAls automatisch afscheuren is ingeschakeld en u kettingpapier met de push-tractor gebruikt, voert de printer de papierperforatie automatisch door naar de afscheurpositie, zodat u afgedrukte pagina's gemakkelijk kunt afscheuren. Wanneer de printer de volgende afdruktaak ontvangt, wordt het ongebruikte papier automatisch teruggevoerd naar de positie voor de bovenkant van het formulier en wordt het afdrukken gestart, zodat u de volgende pagina in zijn geheel kunt gebruiken.
Automatisch afscheuren is onder de volgende omstandigheden beschikbaar.
Gedurende langer dan drie seconden zijn geen afdrukgegevens verzonden na het bereiken van een pagina-einde door op de knop LF/FF te drukken.
Gedurende langer dan drie seconden zijn geen afdrukgegevens verzonden na het verzenden van een opdracht FF.
Als automatisch afscheuren is uitgeschakeld, moet u de perforatie naar de afscheurpositie verplaatsen door te drukken op de knop op het bedieningspaneel. Zie De knop Tear Off (Afscheuren) gebruiken voor meer informatie.
Auto line feedAls automatische regeldoorvoer is ingeschakeld, voegt de printer aan elke code voor regelterugloop (CR) een code voor een nieuwe regel toe en wordt de afdrukpositie naar de volgende regel verplaatst. Als de printer een extra regel toevoegt na elke regeldoorvoer, selecteert u Off.
Print directionU kunt de afdrukrichting automatisch laten selecteren, afdrukken in twee richtingen (Bi-D) of in één richting (Uni-D) selecteren. Normaal is bidirectioneel afdrukken ingesteld; bij unidirectioneel afdrukken is echter een nauwkeuriger verticale afdrukuitlijning mogelijk, wat handig is bij het afdrukken van afbeeldingen.
SoftwareAls u ESC/P 2 kiest, werkt de printer in de modus EPSON ESC/P 2. Als u IBM PPDS selecteert, emuleert de printer een IBM-printer.
0 slashVoor het 0-teken staat een schuine streep (
![]() ![]() I/F (interface) modeDe printer bevat drie soorten interfaces: een parallelle interface, een seriële interface en een USB-interface.
Als de printer op één computer is aangesloten, kiest u Parallel, Serial of USB, afhankelijk van de interface die u gebruikt. Als de printer is aangesloten op twee computers, selecteert u Auto (Automatisch), zodat de printer automatisch overschakelt op de interface die gegevens ontvangt.
Auto I/F (interface) wait timeDeze instelling wordt alleen effectief als I/F mode is ingesteld op Auto. Wanneer er via een bepaalde interface geen gegevens meer worden ontvangen, bepaalt u met deze instelling hoe lang de printer moet wachten voordat wordt gecontroleerd of er via een andere interface een afdruktaak wordt verzonden. U kunt 10 seconds of 30 seconds opgeven voor de automatische wachttijd.
Baud rateGebruik deze optie om de gegevensoverdrachtssnelheid (baudrate) voor de seriële interface in te stellen. De baudrate wordt gemeten in bits per seconde (bps). Raadpleeg de computerhandleiding en softwaredocumentatie voor de juiste instelling.
ParityAls deze optie is ingesteld op None, is pariteitscontrole uitgeschakeld. Als de pariteitsbit wordt gebruikt, biedt dit een eenvoudige vorm van foutdetectie. Raadpleeg de computerhandleiding en softwaredocumentatie voor de juiste instelling.
Data lengthStel de gegevenslengte van de seriële interface in op 7 bit of 8 bit. Raadpleeg de computerhandleiding en softwaredocumentatie voor de juiste instelling.
Parallel I/F bidirectional modeDe bidirectionele overdrachtsmodus van de parallelle interface wordt gebruikt als deze optie is ingeschakeld. Als bidirectionele overdracht niet nodig is, schakel deze optie dan uit.
Packet modeSelecteer Auto als u vanuit Windows-toepassingen wilt afdrukken met de printerdriver op de software-cd-rom die bij de printer is geleverd. Schakel deze modus uit als u verbindingsproblemen ondervindt wanneer u afdrukt vanuit toepassingen die werken onder een ander besturingssysteem, zoals DOS.
Character tableU kunt kiezen uit verschillende tekentabellen.
International character set for Italic tableU kunt uit meerdere internationale tekensets kiezen voor de cursieve tekentabel. Elke tekenset bevat acht tekens die afhankelijk zijn van het land of de taal, zodat u de Italic-tabel geheel naar wens kunt aanpassen.
PitchU hebt de keuze uit zes instellingen voor de tekenafstand.
FontMet deze instelling kunt u een van de zes lettertypen instellen.
Auto CR (regelterugloop)Deze instelling is alleen beschikbaar in de emulatiemodus IBM PPDS. Als automatische regelterugloop is ingeschakeld, gaat elke LF-code (regeldoorvoer) of ESC J-code vergezeld van een code voor regelterugloop (CR). Hierdoor wordt de afdrukpositie naar het begin van de volgende regel verplaatst.
A.G.M.Als de alternatieve grafische modus (A.G.M.) is ingesteld op On, werkden de opdrachten ESC 3, ESC A, ESC J, ESC K, ESC L, ESC Y, ESC Z en ESC * in de emulatiemodus IBM PPDS op dezelfde manier als in de modus ESC/P2.
Manual feed wait timeDeze optie stelt de wachttijd in tussen het moment dat het papier in de papiergeleider wordt ingevoerd en het moment dat het wordt doorgevoerd. Als het papier wordt doorgevoerd voordat u de positie naar wens hebt aangepast, kunt u de wachttijd verlengen.
Buzzer (signaal)De printer geeft een pieptoon weer als een fout optreedt of als een handeling op het paneel wordt uitgevoerd. (Zie De foutindicatoren gebruiken voor meer informatie over printerfouten.) Als u niet wilt dat de printer een pieptoon weergeeft als zich een fout voordoet, schakelt u deze optie uit.
Roll paperAls u rolpapier gebruikt met de optionele rolpapierhouder, stelt u deze optie in op On.
Als de optie is ingesteld op Off en er is nog papier in de printer, werpt de printer het papier uit als een FF-opdracht wordt ontvangen of als de knop FF wordt ingedrukt na een opdracht ESC (c of ESC (C. Als de optie is ingesteld op On, voert de printer een pagina door en wordt het papier niet uitgeworpen.
Low-noise modeAls u On kiest, wordt het geluid minder maar is ook de afdruksnelheid lager.
Power off timerAls een tijd is ingesteld, schakelt de printer automatisch uit nadat de ingestelde tijd in de stand-by status is verstreken. Schakel de printer uit en weer in om hem weer te activeren.
De standaardinstellingen wijzigenOnderstaande tabel bevat de basisfunctie van de knoppen in de modus Vergrendelen.
Voer de volgende stappen uit om de modus Standaardinstellingen in te schakelen en de standaardinstellingen van de printer te wijzigen:
![]()
De printer gaat naar de modus Standaardinstellingen en drukt een bericht af met de vraag om de taal voor het menu met standaardinstellingen te kiezen. De onderstreepte taal verwijst naar de huidige instelling.
![]()
![]()
De printer drukt een bericht af met de vraag of u alle huidige instellingen wilt afdrukken.
![]()
De printer drukt het eerste menu en de huidige waarde van het menu af.
![]()
Laat de knoppen los wanneer alle lampjes oplichten. De printer verlaat de modus Standaardinstellingen.
De instellingen die u hebt opgegeven, worden opgeslagen als nieuwe standaardwaarden.
![]()
| ![]() |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||