Functies van de printersoftware / Voor gebruikers van Mac OS 8.6 tot 9.x

Opties instellen in het dialoogvenster voor de pagina-instelling

Een afwijkend papierformaat opgeven

In het dialoogvenster voor de pagina-instelling kunt u het papierformaat wijzigen, de afdrukstand opgeven, het document 180° draaien, de afdruk groter of kleiner maken en het afdrukgebied aanpassen.

In het menu Archief (File) van uw toepassing kiest u Pagina-instelling (Page Setup). Het dialoogvenster voor de pagina-instelling verschijnt.

In het dialoogvenster voor de pagina-instelling kunt u de volgende instellingen opgeven.

Papierformaat

Selecteer het papierformaat dat u wilt gebruiken. Zie Een afwijkend papierformaat opgeven voor het opgeven van afwijkende papierformaten.

Geen marges

Schakel dit selectievakje in wanneer u wilt afdrukken zonder marges.

Wanneer deze functie is ingeschakeld, wordt het papier volledig bedrukt.

U kunt het volgende afdrukmateriaal gebruiken met deze functie.

Matte Paper-Heavyweight:
A4, Letter

Fotopapier:
A4, Letter, 4 x 6", 4 x 6" (zonder scheurranden), 100 x 150 mm, 200 x 300 mm, 210 x 594 mm

Premium Glossy Photo Paper
5 x 7"

Opmerking:
Als uw toepassing instellingen bevat voor de marges, stelt u deze in op nul voordat u afdrukt.

Wanneer deze functie is ingeschakeld, duurt het afdrukken langer dan normaal.

Wanneer deze functie is ingeschakeld terwijl Papiertoevoer is geselecteerd als instelling voor Papierbron, wordt het beeld enigszins groter afgedrukt dan het papierformaat zodat het gedeelte dat buiten de randen van het papier valt niet wordt afgedrukt.

De afdrukkwaliteit kan minder zijn aan de boven- en onderkant van de afdruk, of deze gedeelten kunnen vegen vertonen wanneer ander afdrukmateriaal wordt gebruikt dan hierboven aangegeven. Druk eerst één vel af om de kwaliteit te controleren voordat u een grote taak afdrukt met deze instelling.

U kunt deze functie niet gebruiken met het volgende afdrukmateriaal: Photo Quality Glossy Film, Ink Jet Transparencies, Iron-On Cool Peel Transfer Paper of 360 dpi Ink Jet Paper.

Afdrukstand

Selecteer Staand (verticaal) of Liggend (horizontaal) om de afdrukstand van het document op het papier op te geven. Als u dichter bij de onderkant van het papier wilt afdrukken, schakelt u het selectievakje 180° draaien in.

Verklein/vergroot

Hiermee verkleint of vergroot u de afmetingen van een afbeelding. U kunt een waarde instellen tussen 25% en 400%.

Afdrukgebied

Gebruik de opties in het vak Afdrukgebied om het totale beschikbare gebied voor de afdruk in te stellen wanneer Papiertoevoer is geselecteerd als papierbron. Deze functie is niet beschikbaar wanneer u Geen marges hebt ingeschakeld.

Selecteer Gecentreerd als u de afdruk wilt centreren. Selecteer Maximum als u het afdrukgebied wilt vergroten. Selecteer Maximum niet wanneer u afdrukt op Premium Glossy Photo Paper.

Opmerking:
Als Maximum is geselecteerd als instelling bij Afdrukgebied kan de afdrukkwaliteit minder zijn aan de randen van de afdruk. Druk eerst één vel af om de kwaliteit te controleren, voordat u een grote taak afdrukt met deze instelling.
Zorg ervoor dat het papier in de papiertoevoer niet omgekruld is als Maximum is geselecteerd.

Een afwijkend papierformaat opgeven

U kunt een afwijkend papierformaat definiëren. Daarvoor kunt u een compleet nieuw papierformaat definiëren, maar u kunt voor uw afwijkende papierformaat ook uitgaan van een reeds bestaand formaat. Raadpleeg het betreffende gedeelte hierna.

Een nieuw papierformaat maken

Als u wilt afdrukken op een papierformaat dat niet voorkomt in de lijst Papierformaat in het dialoogvenster voor de pagina-instelling, volgt u de onderstaande instructies om een nieuw papierformaat op te geven.

Klik in het dialoogvenster voor de pagina-instelling op Aanpassen. Het volgende dialoogvenster verschijnt.

Klik op Nieuw om een nieuw papierformaat op te geven. Het dialoogvenster krijgt nu een veld waarin u een naam voor het nieuwe formaat kunt opgeven.

Typ een unieke naam voor het papierformaat in de lijst Papierformaat.

Geef inch of cm op als maateenheid.

Geef de breedte en hoogte van het papier op in de betreffende tekstvakken.

Stel in het invoervak voor de marge of in het afdrukvoorbeeld de marges in.

Klik op OK. Hiermee keert u terug naar het dialoogvenster voor de pagina-instelling.

U kunt maximaal 100 papierformaten opgeven. De namen die u opgeeft, worden toegevoegd aan het menu Papierformaat in het dialoogvenster voor de pagina-instelling.

Als u een afwijkend papierformaat wilt verwijderen, klikt u in het dialoogvenster voor de pagina-instelling op Aanpassen, selecteert u het betreffende papierformaat in het dialoogvenster voor aangepaste papierformaten en klikt u vervolgens op Verwijderen.

Een bestaand papierformaat kopiëren en gebruiken als sjabloon

Voer de onderstaande stappen uit om een bestaand papierformaat te kopiëren en als sjabloon te gebruiken.

Selecteer het bestaande papierformaat dat u wilt kopiëren en klik op Kopie.

Geef inch of cm op als maateenheid.

Stel in het invoervak voor de marge of in het afdrukvoorbeeld de marges in.

Klik op OK.


[Boven]


Vorige

Volgende