Scannen / Het scannen optimaliseren
De instelling Grijsbalans aanpassen
De instelling Verzadiging aanpassen
Toonkromme-instellingen vastleggen
De kleuren mogen pas worden aangepast wanneer u de helderheid en het contrast hebt vastgelegd. De instellingen voor de kleur moeten worden vastgelegd in de hiervoor aangegeven volgorde.
Met de instelling Grijsbalans kunt u de tint van een bepaalde kleur opheffen.
![]() |
Klik in het venster van de manuele modus op de knop Kleuraanpassing ![]() |
![]() | ![]() | Opmerking: |
![]() | ![]() |
|
![]() |
Klik in het dialoogvenster Kleuraanpassing op de oogdruppelaarknop ![]() |
De muisaanwijzer verandert in een oogdruppelaar waarvan de bewegingsvrijheid is beperkt tot het Voorbeeldscan-venster.
![]() | ![]() | Opmerking: |
![]() | ![]() |
|
![]() | Plaats de oogdruppelaar op de plaats waarvan u de grijsbalans wilt aanpassen en klik eenmaal. |
De geselecteerde kleur verschijnt in de twee vakken onder de schuifbalk Grijsbalans.
![]() | Als u de grijsbalans van de geselecteerde kleur wilt aanpassen, verplaatst u de schuifbalk naar links of rechts of typt u een waarde in het tekstvak. |
ingesteld op 100 |
![]() |
U kunt een waarde tussen 0 en 100 invoeren. Wanneer u de waarde wijzigt, merkt u onmiddellijk de kleurveranderingen in het rechtervak. Uw wijzigingen zijn ook terug te vinden op de afbeelding in het Voorbeeldscan-venster.
![]() | Opmerking: |
![]() |
|
Verzadiging heeft betrekking op de dichtheid van een kleur. Een grote verzadiging zorgt voor felle kleuren, een kleine verzadiging voor matte kleuren.
originele afbeelding |
ingesteld op 50 |
![]() |
![]() |
Ga als volgt te werk om Verzadiging aan te passen.
![]() |
Klik in het venster van de manuele modus op de knop Kleuraanpassing ![]() |
![]() | Verplaats de schuifbalk Verzadiging naar links of rechts of typ een waarde tussen -100 (laagste kleurdichtheid) en 100 (hoogste kleurdichtheid). |
Met de toonkromme kunt u op een veelzijdige manier de intensiteit van de gescande kleuren aanpassen. Door aanpassing van de donkere gebieden, middentonen en de lichte gebieden creëert u een evenwichtig gekleurde afbeelding.
![]() | Opmerking: |
![]() |
|
![]() |
|
De toonkromme bevindt zich in het dialoogvenster Tooncorrectie. U opent dit dialoogvenster door op de knop Tooncorrectie te klikken. In het volgende gedeelte wordt uitgelegd hoe u met de verschillende elementen in het dialoogvenster Tooncorrectie de gewenste effecten bereikt.
Als u de door u geselecteerde instellingen wilt opslaan, typt u een nieuwe naam in het tekstvak Naam toonkromme en klikt u vervolgens op Opslaan. Als u een instelling uit de lijst wilt verwijderen, selecteert u de betreffende naam in de lijst en klikt u vervolgens op Verwijderen. Zie Uw eigen toonkromme aanpassen voor meer informatie.
Klik op OK om de huidige instellingen in het dialoogvenster Tooncorrectie toe te passen. Als u de oorspronkelijke instellingen wilt terughalen, klikt u op Annuleren.
In de keuzelijst Naam toonkromme kunt u een voorgedefinieerde toonkromme selecteren. De lijst bevat vijf voorgedefinieerde toonkrommen, die in de onderstaande tabel worden beschreven. Daarnaast kunt u eigen krommen aan de lijst toevoegen volgens de procedure die wordt beschreven in het volgende gedeelte, Uw eigen toonkromme opslaan.
Naam kromme |
Lichten |
1/4 toon |
Middentoon |
3/4 toon |
Schaduwen |
Omschrijving |
Lineair |
245 |
192 |
128 |
64 |
8 |
Standaardkromme |
Verhelderen |
245 |
193 |
133 |
74 |
4 |
Maakt donkere afbeelding helderder |
Verdonkeren |
245 |
152 |
82 |
38 |
11 |
Maakt heldere afbeelding donkerder |
Weinig contrast |
245 |
182 |
129 |
72 |
2 |
Verlaagt het contrast |
Veel contrast |
245 |
204 |
129 |
51 |
2 |
Verhoogt het contrast |
Wanneer u een kromme selecteert in de keuzelijst Naam toonkromme, veranderen de instellingen in het dialoogvenster Tooncorrectie dienovereenkomstig.
Klik op een keuzerondje onder Kanalen om de kleur te selecteren waarvan u de toonkromme wilt aanpassen. Wanneer u het hoofdkanaal bovenaan selecteert, hebben uw aanpassingen een weerslag op alle drie de kleuren. Selecteert u een van de andere kanalen, dan hebben uw aanpassingen uitsluitend een weerslag op rood, groen of blauw.
![]() | Opmerking: |
![]() |
|
Wanneer u de muisaanwijzer in de toonkromme-editor plaatst, verandert de aanwijzer in een vinger. Hiermee kunt u de vijf punten van de kromme verslepen en zo de vorm van de kromme wijzigen. De x-as van de kromme vertegenwoordigt de helderheid van de originele afbeelding (inputwaarden) terwijl de y-as de helderheid van de gescande afbeelding voorstelt (outputwaarden).
Als u de toonkromme in zijn oorspronkelijke vorm wilt herstellen, selecteert u Lineair in de keuzelijst Naam toonkromme.
Dit zijn de huidige waarden van de outputgegevens overeenkomstig de huidige positie van de punten binnen de toonkromme-editor. Deze waarden veranderen wanneer u de punten in de toonkromme-editor versleept. U kunt ook een waarde typen en zo de vorm van de toonkromme wijzigen. U kunt kiezen uit een waarde tussen 0 en 255.
![]() | Opmerking: |
![]() |
|
![]() |
|
![]() |
|
Ga als volgt te werk om een naam te geven aan een zelfgemaakte toonkromme die u wilt opslaan voor later gebruik:
![]() | Breng de gewenste wijzigingen aan in de instellingen van de toonkromme. De naam in het vak Naam toonkromme verandert hierdoor in Gebruikersgedefinieerd. |
![]() | Zodra de toonkromme naar wens is, typt u een naam (maximaal 32 tekens) in de keuzelijst. |
![]() | Klik op Opslaan om de instellingen onder de opgegeven naam op te slaan. |
Ga als volgt te werk om een persoonlijke toonkromme te verwijderen. De voorgedefinieerde toonkrommen kunt u niet verwijderen.
![]() | Selecteer in de keuzelijst Naam toonkromme de persoonlijke toonkromme die u wilt verwijderen. |
![]() | Klik op Verwijderen. |
![]() | In het dialoogvenster dat verschijnt klikt u op Ja om het verwijderen van de kromme te bevestigen. |
![]() Vorige |
![]() Volgende |