Onderhoud en verzorging / Cartridges vervangen

Een lege cartridge vervangen

Het bedieningspaneel gebruiken
De Status Monitor gebruiken

Dit apparaat gebruikt cartridges met een chip. De chip houdt precies bij hoeveel inkt elke cartridge verbruikt. Op die manier wordt alle inkt opgebruikt, ook als de cartridge wordt verwijderd en later weer wordt geïnstalleerd. Telkens wanneer de cartridge in het apparaat wordt geplaatst, wordt wel steeds een beetje inkt verbruikt, doordat het apparaat een controle uitvoert.

U kunt cartridges vervangen via het bedieningspaneel of het hulpprogramma Status Monitor. Raadpleeg het betreffende gedeelte voor instructies.

Waarschuwing:
  • Houd cartridges buiten het bereik van kinderen. Zorg ervoor dat kinderen niet uit de cartridges drinken of op een andere wijze in aanraking komen met de cartridges.
  • Wees voorzichtig met gebruikte cartridges. Er kan inkt rond de inkttoevoer kleven. Als u inkt op uw huid krijgt, wast u de plek grondig met water en zeep. Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.

Let op:
  • EPSON raadt het gebruik van originele EPSON-cartridges aan. Andere producten die niet door EPSON zijn vervaardigd, kunnen leiden tot beschadiging van het apparaat, hetgeen niet onder de garantie van EPSON valt.
  • Laat de oude cartridge in het apparaat zitten tot u een nieuwe hebt aangeschaft; anders kan de inkt in de spuitkanaaltjes van de inktkop opdrogen.
  • Probeer de cartridges niet bij te vullen. Dit apparaat berekent de hoeveelheid resterende inkt met behulp van een speciale chip in de cartridge. Zelfs als de cartridge wordt bijgevuld, zal de chip de hoeveelheid resterende inkt niet opnieuw berekenen. Aan de hoeveelheid inkt die nog kan worden gebruikt, verandert dus niets.

Opmerking:
  • Als een cartridge leeg is, kunt u niet verder met afdrukken, zelfs als de andere cartridge nog wel inkt bevat. Vervang de lege cartridge voordat u gaat afdrukken.
  • Naast de inkt die wordt verbruikt tijdens het afdrukken van documenten, wordt er ook inkt verbruikt tijdens het reinigen van de inktkop en tijdens de zelfreinigingsprocedure die wordt uitgevoerd wanneer het apparaat wordt aangezet en tijdens het laden van de inkt wanneer een nieuwe cartridge in het apparaat wordt geplaatst.

Zie Bij het hanteren van cartridges voor meer informatie over cartridges.

Het bedieningspaneel gebruiken

Via het Fout-lampje en een melding in het display wordt u gewaarschuwd wanneer het tijd is om een nieuwe cartridge gereed te houden en wanneer u de cartridges moet vervangen.

Zie Foutberichten voor meer informatie over foutmeldingen.

Controleer of het apparaat aanstaat en het Aan-lampje niet knippert.

Wanneer de inkt op is:
Controleer via het bedieningspaneel welke cartridge leeg is en druk vervolgens op de knop voor het maken van kleurkopieën .

Wanneer de inkt bijna op is:
Druk op een van de Menu-knoppen tot Inktniveaus in het display verschijnt en controleer vervolgens welke cartridge bijna leeg is. Druk op een van de Menu-knoppen tot VervangCartridge in het display verschijnt en druk vervolgens op de knop voor het maken van kleurkopieën .

De printkop gaat naar de positie waarin de cartridge kan worden geïnstalleerd.

Open de scannereenheid.

Let op:
  • Open de scannereenheid niet wanneer het deksel openstaat.
  • Verplaats de printkop niet handmatig. Hierdoor kunt u het apparaat beschadigen.
  • Vervang de cartridge niet voordat de printkop volledig stilstaat.

Opmerking:
De vier statuslampjes voor de inkt waarschuwen u ook wanneer u de cartridges moet vervangen. Het lampje knippert wanneer de inkt bijna op is en blijft continu branden wanneer de cartridge helemaal leeg is.

Het beste resultaat krijgt u wanneer u de cartridge vier of vijf keer schudt voordat u de verpakking opent.

Neem de nieuwe cartridge uit de verpakking.

Let op:
  • Pas goed op dat u de haken aan de zijkant van de cartridge niet afbreekt wanneer u de cartridge uit de verpakking haalt.
  • Verwijder nooit het label van de cartridge en scheur het niet. Dit kan lekken veroorzaken.
  • Raak de groene chip op de zijkant van de cartridge niet aan. Hierdoor kan de cartridge beschadigd raken.

  • Als een cartridge tijdelijk uit het apparaat moet worden gehaald, let er dan op dat het inkttoevoergedeelte van de cartridge schoon blijft. Bewaar de cartridge in dezelfde omgeving als het apparaat. Let erop dat u de cartridges bewaart in de positie zoals getoond in de volgende illustratie (het label waarop de inktkleur is aangegeven moet bovenaan de cartridge zichtbaar zijn). De klep in de inkttoevoer is zo ontworpen dat de eventuele inkt die naar buiten komt, netjes wordt opgevangen. Niettemin raden we u aan voorzichtig te werk te gaan. Raak de inkttoevoer van de cartridge of het gebied eromheen niet aan.
  • Installeer na het verwijderen van de oude cartridge altijd onmiddellijk een nieuwe. Doet u dit niet, dan kan de printkop uitdrogen en loopt u het risico dat de printkop niet meer goed functioneert.

Knijp de zijkanten in van de cartridge die u wilt vervangen.

Haal de cartridge uit het apparaat en gooi de cartridge weg. Houd hierbij rekening met de plaatselijke milieuvoorschriften. Bewaar de gebruikte cartridge niet en probeer deze niet bij te vullen.

Waarschuwing:
Als u inkt op uw handen krijgt, was ze dan grondig met water en zeep. Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.

Plaats de cartridge verticaal in de houder.

Druk de cartridge nu omlaag tot hij vastklikt. Druk niet te hard.

Sluit de scannereenheid

De printkop verplaatst zich en het inkttoevoersysteem wordt geladen Het Aan-lampje knippert tijdens het laden van de inkt. Wanneer het Aan-lampje stopt met knipperen is de inkt volledig geladen.

Let op:
Zet het apparaat nooit uit terwijl het Aan-lampje knippert. Het inkttoevoersysteem wordt dan niet volledig geladen.

Opmerking:
Na vervanging van de cartridge kan een bijna lege cartridge als leeg worden aangemerkt. Vervang de cartridge in dit geval opnieuw.


[Boven]

De Status Monitor gebruiken

Met behulp van EPSON Status Monitor 3 (voor Windows) of EPSON StatusMonitor (voor Macintosh) kunt u vanaf uw computer controleren hoeveel inkt er nog rest en op het scherm instructies weergeven voor het vervangen van een lege of bijna lege cartridge.

Wanneer een cartridge bijna of volledig leeg is, klikt u in het venster EPSON Status Monitor op de knop Hoe. Volg de instructies op het scherm om de cartridge te vervangen.

Voor meer informatie over EPSON Status Monitor raadpleegt u Functies van de printersoftware.


[Boven]


Volgende