Scannen / Grondbeginselen van het scannen
Werken in de automatische modus
Een gescande afbeelding opslaan
Ga als volgt te werk om documenten te scannen op dit apparaat met behulp van een TWAIN-toepassing.
 |
Opmerking voor gebruikers van Mac OS X:
|
In de automatische modus wordt een afbeelding automatisch geoptimaliseerd. U kunt snel en eenvoudig scannen zonder dat u daarvoor ingewikkelde instellingen hoeft op te geven.
 |
Opmerking voor Macintosh-gebruikers:
|
 |
De meeste illustraties in dit gedeelte zijn voor Windows. Ze kunnen verschillen van wat u op uw scherm te zien krijgt. De instructies zijn echter dezelfde, tenzij anders vermeld.
|
|
 |
Start een met TWAIN compatibele toepassing. Zie Scantoepassing voor meer informatie.
|
 |
Open EPSON TWAIN 5 vanuit deze toepassing.
|
 |  |
Opmerking:
|
 |  | -
U kunt EPSON TWAIN starten vanuit elke toepassing die voldoet aan de TWAIN-norm.
|
|
 |  | -
Over het algemeen hoeft u EPSON TWAIN 5 alleen te selecteren wanneer u het apparaat voor het eerst met de toepassing gebruikt.
|
|
 |  | -
Raadpleeg de documentatie bij het programma voor meer informatie over alle gedetailleerde instellingen.
|
|
 |
Het volgende venster verschijnt.
|
EPSON TWAIN maakt automatisch een voorbeeldscan en herkent de bron en het type van het document. Zie Herkenning van documenttype.
Als u de resolutie voor het scannen wilt wijzigen, klikt u op Annuleren en vervolgens op de knop
(voor Windows-gebruikers) of de pijl in de linkerbenedenhoek van het venster (voor Macintosh-gebruikers) om het aanpassingsmenu voor de automatische modus te openen. Zie De instellingen van de automatische modus aanpassen voor meer informatie.
Als u wilt overschakelen naar de manuele modus, klikt u op Annuleren en vervolgens op de knop Manuele modus om het venster van de manuele modus te openen. Zie De gewenste modus selecteren voor meer informatie.
 |  |
Opmerking:
|
 |
Nadat EPSON TWAIN een voorbeeldscan heeft gemaakt en het type document heeft herkend, verschijnt het volgende venster. In het venster ziet u het documenttype met bijbehorend pictogram.
|
EPSON TWAIN stelt automatisch de waarden in van Positiebepaling afbeelding en Belichting, en start vervolgens het scanproces. Als u meerdere foto's scant, wordt het aantal gescande afbeeldingen weergegeven.
Als u het scannen wilt annuleren, klikt u op Annuleren.
 |
De gescande afbeelding wordt naar de toepassing verzonden.
|
 |
Opmerking:
|
 | -
Het is niet altijd mogelijk om meerdere afbeeldingen te scannen. Dit hangt af van de toepassing die u gebruikt.
|
|
 | -
U kunt geen afbeelding scannen die meer geheugen of schijfruimte vergt dan beschikbaar is. Als u probeert een afbeelding te scannen die te groot is, verschijnt er een waarschuwing op uw scherm.
|
|
 | -
Raadpleeg de documentatie bij het programma voor meer informatie over verdere bewerking van de gescande afbeeldingen.
|
|
 | -
Wanneer u EPSON TWAIN start, wordt de modus geopend die u het laatst hebt gebruikt.
|
|
Herkenning van documenttype
De afbeelding wordt automatisch als een van de volgende typen documenten herkend:
Documentbron
|
Documenttype
|
Pictogram
|
Reflecterend
|
Kleurenfoto
|
|
Zwart-witfoto
|
Illustratie
|
|
Tekst/lijntekeningen
|
|
Kleurendocument
|
|
Zwart-witdocument
|
Positiebepaling afbeelding
Automatisch lokaliseren:
|
EPSON TWAIN lokaliseert en selecteert automatisch de doelafbeelding. De afbeelding wordt weergegeven zonder witte randen. (Als het documenttype een document of Tekst/lijntekeningen betreft, wordt rondom de afbeelding een witte rand van 2 mm toegevoegd.) Als het type document een foto is, is deze functie van toepassing op elke afzonderlijke foto, anders is deze functie van toepassing op het gehele afbeeldingsgebied.
|
Scheve hoek signaleren:
|
EPSON TWAIN signaleert automatisch of de doelafbeelding scheef ligt en past een correctie toe. Als het type document een foto betreft, is deze functie van toepassing op elke afzonderlijke foto. Als het type document Tekst/lijntekeningen betreft, is deze functie van toepassing op het gehele afbeeldingsgebied.
|
Belichting
EPSON TWAIN optimaliseert automatisch de belichting van een afbeelding die door de automatische lokalisatiefunctie is gedefinieerd. De waarden voor het gamma en voor de lichte en donkere partijen (Lichten en Schaduwen) worden automatisch ingesteld.
Een gescande afbeelding opslaan
Na het scannen moet u de afbeelding opslaan aan de hand van de volgende stappen. (Hier is ArcSoft PhotoImpression als voorbeeld genomen.)
 |
Klik in het hoofdvenster op de knop Opslaan.
|
 |
Klik op de knop Opslaan als.
|
 |
Typ een bestandsnaam, selecteer een bestandstype en klik vervolgens op Opslaan. De beschikbare bestandstypen worden beschreven in het volgende gedeelte.
|
Bestandstypen
In deze tabel vindt u enkele veelgebruikte bestandstypen. Selecteer bij het opslaan van afbeeldingsbestanden de bestandsindeling die door uw beeldbewerkingsprogramma wordt ondersteund.
Bestandstype (extensie)
|
Uitleg
|
BMP (*.BMP)
|
Standaardindeling van Windows voor afbeeldingsbestanden. De meeste Windows-toepassingen, zoals tekstverwerkingsprogramma's, kunnen afbeeldingen in deze indeling lezen en verwerken.
|
TIFF (*.TIF)
|
TIFF is een bestandsindeling die is gemaakt voor de uitwisseling van gegevens tussen toepassingen als grafische software en DTP-programma's.
|
JPEG (*.JPG)
|
JPEG is een gecomprimeerd bestandstype, waarbij u zelf kunt bepalen in welke mate moet worden gecomprimeerd. Een erg hoge compressie tast de kwaliteit van de afbeelding aan. Bovendien neemt de kwaliteit af, telkens wanneer het afbeeldingsbestand wordt opgeslagen als JPEG-bestand. Als u een afbeeldingsbestand bewerkt nadat het is opgeslagen, sla de originele afbeelding dan op in een andere bestandsindeling dan JPEG.
|
EPS (*.EPS)
|
EPS duidt op de bestandsindeling PostScript. De meeste teken- en DTP-software is compatibel met EPS.
|
PICT (*.PCT)
|
PICT is de standaardindeling van Macintosh voor afbeeldingsbestanden. De meeste Macintosh-toepassingen, zoals tekstverwerkingsprogramma's, kunnen afbeeldingen in deze indeling lezen en verwerken.
|

[Boven]