De printersoftware gebruiken
Status Monitor 3
Spuitkanaaltjes controleren
Printkop reinigen
Printkop uitlijnen
Cartridge vervangen
Snelheid & Voortgang
Controlevoorkeursinstellingen
Met de EPSON-printerhulpprogramma's kunt u enkele onderhoudsfuncties voor de printer uitvoeren vanaf uw computer. Er zijn ook hulpprogramma's beschikbaar waarmee u de huidige printerstatus kunt controleren.
Als u de hulpprogramma's wilt gebruiken, klikt u op het tabblad Hulpprogramma's in het venster met de printersoftware en klikt u vervolgens op de knop voor het hulpprogramma dat u wilt gebruiken. Zie Toegang krijgen tot de printersoftware voor informatie over hoe u toegang krijgt tot de printersoftware.
![]() | Opmerking: |
![]() |
|
![]() |
|
![]() |
|
Het hulpprogramma Status Monitor 3 biedt statusinformatie over de printer, zoals de hoeveelheid resterende inkt en controles op printerfouten.
Dit hulpprogramma is alleen beschikbaar als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Met het hulpprogramma Spuitkanaaltjes controleren kunt u controleren of de spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zijn. Controleer de spuitkanaaltjes als de afdrukkwaliteit slechter wordt en ter controle nadat u de spuitkanaaltjes hebt gereinigd. Als uit de controle blijkt dat de printkop moet worden gereinigd, kunt u het hulpprogramma Printkop reinigen rechtstreeks openen vanuit het hulpprogramma Spuitkanaaltjes controleren. Zie De spuitkanaaltjes van de printkop controleren.
Met het hulpprogramma Printkop reinigen wordt de printkop schoongemaakt. Dit kan nodig zijn als u merkt dat de afdrukkwaliteit achteruit gaat. Gebruik eerst het hulpprogramma Spuitkanaaltjes controleren om te controleren of de printkop inderdaad moet worden schoongemaakt. U kunt het hulpprogramma Spuitkanaaltjes controleren rechtstreeks openen vanuit het hulpprogramma Printkop reinigen. Zie De printkop reinigen.
Met het hulpprogramma Printkop uitlijnen wordt de printkop uitgelijnd. Gebruik dit hulpprogramma als verticale lijnen niet goed worden uitgelijnd. Volg de instructies op het scherm om dit hulpprogramma te gebruiken.
Het hulpprogramma Cartridge vervangen helpt u bij het vervangen van een oude en beschadigde cartridge voordat de inkt op is. Dit hulpprogramma is alleen beschikbaar als u de printersoftware start via de map Printers. Anders is dit hulpprogramma niet beschikbaar. Klik op Start, wijs naar Instellingen en klik vervolgens op Printers om toegang te krijgen tot de printersoftware. In Windows 95 en 98 klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram van uw printer en kiest u in het snelmenu dat verschijnt Eigenschappen. Klik vervolgens op het tabblad Hulpprogramma's. In Windows 2000 selecteert u uw printer, klikt u in het menu Bestand op Voorkeursinstellingen voor afdrukken en klikt u vervolgens op het tabblad Hulpprogramma's. In Windows NT 4.0 selecteert u uw printer, klikt u in het menu Bestand op Standaardinstellingen voor document en klikt u vervolgens op het tabblad Hulpprogramma's.
In dit dialoogvenster kunt u opties instellen die betrekking hebben op de afdruksnelheid en de voortgang van het afdrukken.
De volgende opties zijn beschikbaar.
Selecteer Hoge-snelheidkopieën als u meerdere exemplaren van uw document sneller wilt afdrukken.
Selecteer EPSON-printerpoort om de gegevensoverdracht naar EPSON-printers te versnellen.
Als uw computer de modus ECP ondersteunt, schakelt u DMA-overdracht in om het afdrukken te versnellen.
Zie Snelheid & Voortgang gebruiken voor meer informatie.
Schakel dit selectievakje in als u wilt dat documenten van Windows NT-clients worden gespoold met het RAW-formaat in plaats van met het EMF-formaat (metafile). (In Windows NT-toepassingen wordt standaard het EMF-formaat gebruikt).
Gebruik deze optie als documenten die met het EMF-formaat worden gespoold, niet goed worden afgedrukt.
Bij spoolen met het gegevenstype RAW zijn er minder bronnen vereist dan met EMF. Daarom kunnen bepaalde problemen, zoals onvoldoende geheugen of schijfruimte, of een lage afdruksnelheid worden opgelost door het selectievakje "RAW-data altijd spoolen" in te schakelen.
Bij spoolen met het gegevenstype RAW kan de voortgang die wordt weergegeven door de voortgangsbalk verschillen van de werkelijke voortgang.
Klik op deze knop om het dialoogvenster Controlevoorkeursinstellingen te openen. In dit dialoogvenster kunt u opties instellen voor EPSON Status Monitor 3. Deze opties worden in de volgende paragraaf uitgebreid beschreven.
Als u op Controlevoorkeursinstellingen klikt, verschijnt het volgende dialoogvenster.
U kunt de volgende opties instellen:
Waarschuwing selecteren |
Hier worden de huidige instellingen voor foutmeldingen weergegeven. U kunt hier opgeven of u algemene foutberichten, foutberichten met betrekking tot de communicatie of berichten over de inktstatus wilt weergeven tijdens het afdrukken of kopiëren. Schakel het selectievakje in voor de typen fouten waarvoor u een melding wilt ontvangen. Schakel bovendien het selectievakje Alarm in als u door een geluidssignaal wilt worden gewaarschuwd dat er een foutbericht is. |
Snelkoppelingspictogram selecteren |
Schakel het selectievakje Snelkoppelingspictogram in als u een pictogram voor een snelkoppeling wilt weergeven op de taakbalk van Windows. U kunt dan EPSON Status Monitor 3 openen door op dit pictogram te klikken. Als u met de rechtermuisknop op het pictogram klikt, verschijnt er een snelmenu waarmee u bepaalde printerhulpprogramma's kunt openen. Kies het pictogram dat u wilt gebruiken uit de beschikbare pictogrammen. Uw keuze wordt aan de rechterkant weergegeven. |
Controle van gedeelde printers toestaan |
Schakel dit selectievakje in als u controle van een gedeelde printer door andere computers wilt toestaan. |
![]() | Opmerking: |
![]() | Klik op Standaard als u voor alle opties Waarschuwing selecteren weer de standaardinstellingen wilt activeren. |
![]() Vorige |
![]() Volgende |