Scannen / Scannen via het bedieningspaneel

Een andere toepassing toewijzen onder Windows

Onder Windows kunt u behalve EPSON Smart Panel elke gewenste toepassing die scannergebeurtenissen ondersteunt (zoals Imaging voor Windows, als dit tenminste is geïnstalleerd) aan de koppen van het bedieningspaneel toewijzen. Wanneer u op de knoppen op het bedieningspaneel drukt, wordt het dialoogvenster van EPSON Scan geopend of wordt het scannen gestart en wordt de gescande afbeelding automatisch verzonden naar de toepassing (die u niet zelf hoeft te openen).

Controleer of de toepassing scannergebeurtenissen ondersteunt en volg dan onderstaande stappen.

Opmerking voor Macintosh-gebruikers:
U kunt alleen het programma EPSON Smart Panel toewijzen aan de knoppen op het bedieningspaneel op dit apparaat.

Voor gebruikers van Windows XP

Dubbelklik in het Configuratiescherm op het pictogram Scanners en camera's.

Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van dit apparaat en selecteer Eigenschappen.

Selecteer het tabblad Gebeurtenissen.

Selecteer de gewenste knop in de lijst Selecteer een gebeurtenis. Selecteer Uitvoeren en selecteer vervolgens de gewenste toepassing in de lijst.

Opmerking:
  • Als Vragen welke toepassing er moet worden uitgevoerd (Prompt for which program to run) geselecteerd is wanneer op de knop wordt gedrukt, verschijnt er een dialoogvenster met de vraag een toepassing te kiezen uit de lijst.
  • Sommige toepassingen ondersteunen geen koppelingen naar scanners en digitale camera's. Zo'n koppeling is alleen mogelijk met de toepassingen die voorkomen in de lijst.

Klik op Toepassen (Apply) en vervolgens op OK om uw instellingen op te slaan.

Opmerking:
U moet altijd op Toepassen klikken wanneer u de instelling van een knop wijzigt.

Als u Scannergebeurtenissen wilt uitschakelen, selecteert u Niets doen in het dialoogvenster Eigenschappen.

Voor gebruikers van Windows Me, 98 en 2000

Opmerking voor gebruikers van Windows 98 en 2000:
In dit gedeelte worden illustraties uit Windows Me gebruikt. Deze kunnen dus verschillen van wat u op uw scherm ziet. De instructies zijn echter gelijk.

Klik op Start, wijs naar Instellingen en klik vervolgens op Configuratiescherm.

Dubbelklik op het pictogram Scanners en camera's.

Voor gebruikers van Windows Me:
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van dit apparaat en selecteer Eigenschappen.

Voor gebruikers van Windows 98 en 2000:
Selecteer dit apparaat in de lijst geïnstalleerde scanners en camera's. Klik op Eigenschappen.

Selecteer het tabblad Gebeurtenissen.

Selecteer de gewenste knop in de keuzelijst Scannergebeurtenissen en schakel vervolgens in de keuzelijst Naar deze toepassing doorsturen het selectievakje van de gewenste toepassing in en schakel de overige selectievakjes uit.

Opmerking:
  • Als meerdere toepassingen aan de knop zijn toegewezen en u op de knop drukt, wordt een dialoogvenster weergegeven met de vraag of u slechts één toepassing wilt selecteren.
  • Sommige toepassingen ondersteunen geen koppelingen naar scanners en digitale camera's. Zo'n koppeling is alleen mogelijk met de toepassingen die voorkomen in de lijst Naar deze toepassing doorsturen (Send to this application).

Klik op Toepassen en vervolgens op OK om uw instellingen op te slaan.

Opmerking:
U moet altijd op Toepassen klikken wanneer u de instelling van een knop wijzigt.

Als u Scannergebeurtenissen wilt uitschakelen, schakelt u het selectievakje Apparaatgebeurtenissen uitschakelen uit in het dialoogvenster Eigenschappen van de scanner.


[Boven]