Problemen oplossen / Problemen en oplossingen
Problemen met de werking van de scanner
Het lampje dat aangeeft dat de scanner gereed is, gaat niet branden
De scanner scant niet
De scanner werkt niet goed met de SCSI-interface
De scanner start niet wanneer u op de knop Start drukt
De afgedrukte afbeelding is groter of kleiner dan het origineel
De gescande afbeeldingen worden wazig of helemaal niet afgedrukt
Opties zijn niet bruikbaar
Scannen met de automatische documenttoevoer is niet mogelijk
Vastgelopen papier in de automatische documenttoevoer
Vaak zijn operationele problemen te wijten aan de werking van uw software en uw computer. Operationele problemen treden meestal op als gevolg van:
-
een onjuiste configuratie van de interface (zie het blad Installatie);
-
een onjuiste selectie van scanfuncties (zie de documentatie bij de software);
-
een onjuiste configuratie van de computer of software (zie het blad Installatie);
-
een onjuiste werking van de software (zie de documentatie bij de software).
Raadpleeg ook de documentatie die u hebt ontvangen bij uw computer en software.
Het lampje dat aangeeft dat de scanner gereed is, gaat niet branden
-
Zorg ervoor dat de scanner aanstaat. Druk op de aan-uitknop
.
-
Controleer of het netsnoer is aangesloten op de scanner en of de stekker van het netsnoer in het stopcontact zit.

[Boven]
De scanner scant niet
-
Zorg ervoor dat de scanner gebruiksklaar is. Wacht tot het lampje dat aangeeft dat de scanner gereed is, stopt met knipperen en blijft branden.
-
Controleer of de instellingen van de interfacepoort en software juist zijn. Controleer bovendien of de interfacekaart op de juiste wijze in de computer is geïnstalleerd.
-
Voor gebruikers van de SCSI-interface:
Controleer of het SCSI-identificatienummer en de afsluitweerstand van de scanner goed zijn ingesteld. Zie het blad Installatie voor meer informatie over deze instellingen.
Als er nog meer uitbreidingskaarten in de computer zijn geïnstalleerd, controleer dan of de interruptinstellingen van die kaarten niet in conflict komen met de SCSI-kaart. Raadpleeg de documentatie van de computer voor meer informatie hierover.
-
Voor gebruikers van de USB-interface:
Sluit de scanner rechtstreeks aan op de USB-poort van de computer of gebruik een USB-kabel van EPSON.
Sluit de scanner aan op een andere poort van de hub of een compleet andere hub, indien aanwezig.

[Boven]
De scanner werkt niet goed met de SCSI-interface
-
Controleer of de interfacekabel voldoet aan de specificaties van de interfacekaart. Raadpleeg hiervoor de handleiding die bij de interfacekaart is geleverd.
-
Zet de computer en scanner uit en controleer de aansluiting tussen beide apparaten. Maak de SCSI-kabel los en sluit deze kabel opnieuw aan.
-
Controleer of de SCSI-kabel goed is geïnstalleerd.
-
Zet de scanner uit en vervolgens de computer. Zet de scanner en vervolgens de computer weer aan.
-
Controleer of de SCSI-driver goed is geïnstalleerd.
-
Controleer de volgorde waarin de apparaten zijn aangesloten en controleer of de schakelaar van de afsluitweerstand van het laatst aangesloten apparaat goed is ingesteld. Zie het blad Installatie.

[Boven]
De scanner start niet wanneer u op de knop Start drukt
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
-
Voor gebruikers van Windows XP:
Klik op het tabblad Gebeurtenissen (Events) in het dialoogvenster Eigenschappen (Properties) van uw scanner en zorg ervoor dat het selectievakje Niets doen is uitgeschakeld. Controleer ook of de gewenste knop is geselecteerd in de keuzelijst Selecteer een gebeurtenis (Select an event) en of Uitvoeren is geselecteerd.
-
Voor gebruikers van Windows Me, 98 en 2000:
Klik op het tabblad Gebeurtenissen (Events) in het dialoogvenster Eigenschappen (Properties) van uw scanner en schakel het selectievakje Apparaatgebeurtenissen uitschakelen (Disable device events) uit. Controleer ook of de gewenste knop is geselecteerd in de keuzelijst Scannergebeurtenissen (Scanner events) en of de gewenste toepassing is geselecteerd in de lijst Naar deze toepassing kopiëren (Send to this application).
 |
Opmerking voor gebruikers van Windows NT 4.0:
|
 |
Deze functie is niet beschikbaar.
|
|

[Boven]
De afgedrukte afbeelding is groter of kleiner dan het origineel
De waarde die u in uw software instelt voor het beeldformaat en de resolutie bepaalt de omvang van de afgedrukte afbeelding. Laat u niet misleiden door de omvang van de afbeelding op uw beeldscherm.

[Boven]
De gescande afbeeldingen worden wazig of helemaal niet afgedrukt
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
-
Zorg ervoor dat uw printer correct is aangesloten op de computer, juist is geconfigureerd en het nodige onderhoud krijgt. Raadpleeg de handleiding van uw printer voor meer informatie.
-
Zorg ervoor dat uw software correct is geïnstalleerd en juist is geconfigureerd voor uw printer. Raadpleeg de handleiding van uw software.

[Boven]
Opties zijn niet bruikbaar
Controleer of de apart verkrijgbare automatische documenttoevoer goed is geïnstalleerd. Zie De automatische documenttoevoer gebruiken voor meer informatie hierover.

[Boven]
Scannen met de automatische documenttoevoer is niet mogelijk
-
Zorg ervoor dat de kantoormodus of professionele modus is geselecteerd in EPSON Scan.
-
Zorg ervoor dat in EPSON Scan de optie ADF-Enkelzijdig of ADF-Dubbelzijdig is geselecteerd bij Documentbron.
-
Sluit de automatische documenttoevoer, mocht die open staan, en probeer het opnieuw. Als de automatische documenttoevoer al geopend was tijdens het scannen, moet u eerst het vastgelopen papier verwijderen. Leg alle nog niet gescande documenten in de automatische documenttoevoer en start EPSON Scan opnieuw.
-
Verwijder het vastgelopen papier. Plaats het document opnieuw in de documenttoevoer en start EPSON Scan opnieuw.

[Boven]
Vastgelopen papier in de automatische documenttoevoer
Er is papier vastgelopen in de automatische documenttoevoer. Verwijder het vastgelopen papier.

[Boven]