Overzicht / Basisprocedure voor het scannen
Een afbeelding scannen
Stap 1. Zet de scanner aan.
Stap 2. Plaats uw materiaal op de scanner.
Stap 3. De software starten en een afbeelding scannen
Stap 4. Het resultaat opslaan als afbeeldingsbestand
EPSON Scan heeft drie modi voor het scannen van afbeeldingen: thuismodus, kantoormodus en professionele modus. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een afbeelding scant in de thuismodus. Met de thuismodus kunt u afbeeldingen scannen met een aantal basisinstellingen. Zie Een scanmodus kiezen en aanpassen voor meer informatie.
 |
Opmerking:
|
 |
U kunt geen afbeelding scannen die meer geheugen of schijfruimte vergt dan beschikbaar is. Als u probeert een afbeelding te scannen die te groot is, verschijnt er een waarschuwing op uw scherm.
|
|
Stap 1. Zet de scanner aan.
Zet de scanner aan door op de aan-uitknop
te drukken. Het lampje gereed gaat branden.

[Boven]
Stap 2. Plaats uw materiaal op de scanner.
Open het deksel en plaats het document met de te scannen zijde naar beneden op de glasplaat.

[Boven]
Stap 3. De software starten en een afbeelding scannen
U kunt EPSON Scan als volgt starten.
-
EPSON Scan rechtstreeks starten als zelfstandige toepassing
-
EPSON Scan starten vanuit een TWAIN-toepassing
In dit gedeelte krijgt u uitleg over het starten van EPSON Scan vanuit Photoshop Elements. Zie EPSON Scan starten voor meer informatie over een andere manier om EPSON Scan te starten.
 |
Start Adobe Photoshop Elements. Klik op Start, wijs naar Alle programma's (All Programs) (voor Windows XP) of Programma's (Programs) (voor Windows Me, 98 of 2000), en selecteer Adobe Photoshop Elements.
|
 |
Selecteer Importeren (Import) in het menu Bestand (File) en kies EPSON GT-15000. EPSON Scan wordt gestart.
|
 |  |
Opmerking voor gebruikers van Windows XP:
|
 |  |
Selecteer de scanner niet met de optie WIA-EPSON GT-15000 in het menu. Doet u dit wel, dan kan de functionaliteit van de EPSON-scanner niet volledig worden benut.
|
|
 |
EPSON Scan maakt automatisch een voorbeeldscan, die wordt weergegeven in het Voorbeeldscan-venster.
|
 |  |
Opmerking:
|
 |  |
Als het selectievakje Automatische voorbeeldscan is ingeschakeld, wordt de voorbeeldscan automatisch gestart zodra u de thuismodus selecteert. Als dit selectievakje is uitgeschakeld, wordt de voorbeeldscan niet automatisch weergegeven. Klik op Voorbeeldscan.
|
|
Als u meer instellingen wilt opgeven, klikt u op Pauze en vervolgens op Opties om het dialoogvenster Opties te openen. Zie de online-Help voor meer informatie over instellingen door te klikken op de knop Help of ? in het dialoogvenster Opties.
 |
Geef het Documenttype, Beeldtype en de Bestemming op voor uw afbeeldingen. Maak eventueel een nieuwe voorbeeldscan door te klikken op Voorbeeldscan.
|
 |
Geef het uitvoerformaat van de gescande afbeelding op bij Doelgrootte en voer eventueel aanpassingen door met de diverse beeldbewerkingsfuncties.
|
 |
Klik op Scannen. EPSON Scan begint met scannen. De gescande afbeelding wordt naar Adobe Photoshop Elements verzonden.
|
 |
Opmerking:
|
 | -
In de volautomatische modus kan het resultaat, afhankelijk van het type afbeelding dat u scant, anders zijn dan verwacht. Scan de afbeelding in dat geval in de kantoormodus of professionele modus.
|
|
 | -
Raadpleeg de documentatie bij het programma voor meer informatie over verdere bewerking van de gescande afbeeldingen.
|
|

[Boven]
Stap 4. Het resultaat opslaan als afbeeldingsbestand
Na het scannen moet u de afbeelding opslaan aan de hand van de volgende stappen.
 |
Selecteer Opslaan als (Save As) in het menu Bestand (File) van Adobe Photoshop Elements.
|
 |
Typ een bestandsnaam, selecteer een bestandstype en klik vervolgens op Opslaan. De beschikbare bestandstypen worden beschreven in het volgende gedeelte.
|
Bestandstypen
In deze tabel vindt u enkele veelgebruikte bestandstypen. Selecteer bij het opslaan van afbeeldingsbestanden de bestandsindeling die door uw beeldbewerkingsprogramma wordt ondersteund.
Bestandstype (extensie)
|
Uitleg
|
BITMAP (*.BMP)
|
Standaardindeling van Windows voor afbeeldingsbestanden. De meeste Windows-toepassingen, zoals tekstverwerkingsprogramma's, kunnen afbeeldingen in deze indeling lezen en verwerken.
|
JPEG (*.JPG)
|
Gecomprimeerd bestandstype. De mate van compressie kan worden ingesteld. Met JPEG is een relatief hoge compressie mogelijk. Maar hoe hoger de compressie, des te lager de kwaliteit van de afbeelding. (N.B.: de oorspronkelijke gegevens kunnen niet meer worden teruggehaald.) Bovendien neemt de kwaliteit af telkens wanneer het bestand wordt opgeslagen. Daarom wordt het bestandstype TIFF aangeraden wanneer een bestand uitgebreid moet worden bewerkt of geretoucheerd.
|
TIFF (*.TIF)
|
Een bestandsindeling die is gemaakt voor de uitwisseling van gegevens tussen toepassingen als grafische software en DTP-programma's. Bij het scannen van zwart-witafbeeldingen kunt u zelf het compressietype opgeven.
|
Multi-TIFF (*.TIF)
|
Een TIFF-bestandsindeling waarbij meerdere pagina's worden opgeslagen in hetzelfde bestand. Dus wanneer u scant met de automatische documenttoevoer, worden alle pagina's van het document opgeslagen in één bestand. (Bij andere bestandstypen komt elke pagina in een apart bestand.) Om Multi-TIFF-bestanden te kunnen openen hebt u wel een toepassing nodig die dit bestandstype ondersteunt.
|
PDF (*.PDF)
|
Documentindeling die volledig platformonafhankelijk is. Voor het gebruik van PDF-documenten hebt u Adobe Acrobat Reader of Acrobat nodig. Wanneer u documenten scant met de automatische documenttoevoer, worden de verschillende pagina's opgeslagen in één bestand.
|

[Boven]